Appelbloedluis

Appelbloedluis is een veelvoorkomend probleem op voornamelijk appelbomen. Ze zien er uit als wolachtige beestjes op de bomen en kunnen grote schade berokkenen aan de appelbomen.
... Lees meer
1 product
Foto-tabel Lijst
Sorteer op
Appelbloedluis

Wat is appelbloedluis?

Appelbloedluis, de naam doet het al vermoeden, tast voornamelijk appelbomen aan. De appelbloedluis is in feite een bruinpaarse luis van enkele millimeters groot maar dat valt niet op. Wat je vooral herkent, is een witte, wollige massa op de takken en twijgen van fruitbomen. De luizen scheiden zelf deze wollige was af. De bloedluizen vormen kolonies onder de wollige wasdraden. Het beschermt hen tegen mogelijke vijanden en insecticiden. Als je de bloedluizen plat drukt, komt er een rood sap aan je vingers dat we associëren met bloed.

Schade door appelbloedluis op jonge takken

Wat doet appelbloedluis?

De luizen zuigen sappen uit de scheuten en twijgen waardoor de sapstroom verstoord wordt en de plant verzwakt. De appelbloedluis injecteert bovendien giftige stoffen in de boom. Hierdoor ontstaan er galvormige vergroeiingen in de bast. De gallen kunnen scheuren en geven woongelegenheid aan nieuwe bloedluizen. Bovendien is de kans reëel dat via dergelijke wonden vruchtboomkanker ontstaat. Bij ernstige aantasting kan appelbloedluis leiden tot afsterving van aangetaste delen.

Waar komt appelbloedluis voor?

De appelbloedluis komt vooral op plekken voor die in de schaduw liggen en daardoor langer vochtig blijven. Je vindt ze vaak rond wonden die zijn ontstaan in het hout, in takoksels, jonge scheuten of houtspleten. Vochtig weer zorgt trouwens voor een toename van appelbloedluizen.

Levenscyclus van appelbloedluis

Appelbloedluis overwintert vanaf half november en half februari. In strenge winters overleven enkel de jonge larven van de appelbloedluis maar in zachte winters overwinteren ook de volwassen luizen. Overwintering gebeurt in scheuren en spleten onder de schors of op de wortels van de appelbomen. De larven zijn grijs tot roodbruin van kleur. Vanaf februari-maart, bij temperaturen van 4 à 5°C worden de larven terug actief. Dit is te zien aan de wasafscheiding die de jonge larven beginnen te produceren. De larven worden ongevleugelde vrouwtjes die migreren naar de takken van de appelbomen. Gemiddeld heb je 8 tot 12 generaties per seizoen. Op het einde van het seizoen (oktober-november) ontstaan - zoals bij de meeste bladluissoorten- gevleugelde luizen die zich kunnen verspreiden naar andere bomen.

Welke appelsoorten zijn er gevoelig aan appelbloedluis?

Zoals reeds vermeld, is appelbloedluis voornamelijk op appelbomen aanwezig alhoewel niet alle soorten even gevoelig zijn. Boskoop, Cox en ijzerappel zijn heel gevoelig aan bloedluis. Sterappel, Keuleman, Transparente de Croncels zijn daarentegen goed resistent.

Naast appel kan ook kweepeer en peer aangetast worden. Ook sierplanten zoals Japanse sierkers, vuurdoorn, meidoorn, lijsterbes en Cotoneaster (dwergmispel) kunnen worden getroffen. Heb je last van appelbloedluis, controleer dan goed alle waardplanten van appelbloedluis die in je omgeving staan.

Appelbloedluis bestrijden

Bij beperkte aantasting kan je de luizen met een doek gedompeld in alcohol wegwrijven. Op plaatsen waar je moeilijk bij kan zoals in takoksels, kan je lijnzaadolie of koolzaadolie spuiten waardoor de luizen stikken.

Appelbloedluis biologisch bestrijden

In een natuurlijke boomgaard zijn er veel natuurlijke vijanden om de appelbloedluis aan te pakken. Even de belangrijkste natuurlijke vijanden van appelbloedluis op een rijtje:

  1. Aphelinus mali
  2. Deze sluipwesp komt van nature voor in de boomgaarden en parasiteert de bloedluizen. Parasiteren betekent dat de sluipwesp een eitje legt in de luis waardoor de luis dood gaat. De sluipwesp legt 1 eitje per bloedluis. Het eitje komt uit en de larve eet de bloedluis van binnenuit leeg. Geparasiteerde bloedluizen herken je als zwarte mummies. De volwassen sluipwesp is bruin-zwart van kleur en ongeveer 2 mm groot. Aphelinus mali is vanaf begin mei actief in de boomgaarden.

    Zelfgemaakt oorwormenhuisje
  3. Oorwormen
  4. Van nature is de oorworm een goede predator van de appelbloedluis. De oorworm eet zowel de larven als de volwassen bloedluizen. Oorwormen leggen hun eitjes in de grond. Pas het derde larvale stadium van de oorworm trekt de appelbomen in. Op dat moment is het eind mei-begin juni. Hang zeker oorwormhuisjes in je fruitbomen. Je kan die heel eenvoudig zelf maken met een kartonnen bekertje waarin je gegolfd karton oprolt en het geheel vastmaakt met een ijzerdraadje. Op die manier biedt je een natuurlijk onderkomen aan deze goede bestrijders op het moment dat ze in de fruitbomen actief zijn.

  5. Zweefvliegen
  6. Volwassen zweefvliegen lijken op wespen maar steken niet. Je herkent ze doordat ze op één plaats in de lucht kunnen blijven zweven. Eitjes van de zweefvliegen worden in luizen kolonies afgelegd. Hun larven voeden zich ook met bloedluizen.

  7. Viervleklieveheersbeestje
  8. Dit lieveheersbeestje is 5 mm groot en is volledig zwart met rode vlekken. De twee voorste vlekken zijn niervormig. Het lieveheersbeestje voedt zich met veel soorten blad- en schildluizen waaronder ook appelbloedluis. Dit lieveheersbeestje kan van nature voorkomen alhoewel het niet courant is.

    Chrysopalarve vs bladluis
  9. Chrysopa
  10. Uit ervaring weten we dat de larven van chrysopa goed werken en een grote populatie appelbloedluizen de baas kunnen. Larven van Chrysopa kan je kopen om in je boomgaard uit te zetten. Hang voordien brede boombanden om te vermijden dat mieren in de bomen kruipen. Mieren beschermen immers de luizen en gaan de larven van Chrysopa lastig vallen. Heb je jaar na jaar last van appelbloedluis, dan is het zinvol om de larven van Chrysopa vroeg in het voorjaar uit te zetten. Dit kan vanaf 12°C buitentemperatuur. Door vroegtijdig in te grijpen, kunnen later in het seizoen de oorwormen en sluipwespen de populatie onder controle houden.

Wat preventief doen tegen appelbloedluis?

  • Als je fruitbomen aanplant, kies dan minder gevoelige variëteiten. Zo werk je preventief!
  • Let op met teveel stikstof bemesting.
  • Sterkte scheutgroei is een risicofactor voor appelbloedluis. Verwijder waterloten. In de herfst kunnen de waterloten aangetast worden wat de pluk bemoeilijkt.
  • Werk snoei- en kankerwonden goed bij met een wondafdekmiddel.
  • Zorg voor biodiversiteit in je tuin zodat je de natuurlijke bestrijders van appelbloedluis aantrekt.