Palmsnuitkever

Biologie van de rode palmsnuitkever (Rhynchophorus Feruugineus)

De rode palmsnuitkever heeft zich verspreid in een groot deel van het Midden-Oosten, Egypte en bijna alle Mediterrane landen. Hij brengt grote schade toe aan bepaalde palmboomsoorten, zoals de phoenixsoorten.

Volwassen palmsnuitkevers zijn indrukwekkend. Hun lichaamsgrootte bedraagt tussen de 2 cm en 5 cm. Hun lichaam is roodbruin van kleur. De dekschilden zijn donkerrood en vertonen langwerpige vertikale groeven. Het roodbruin rugschild is bedekt met enkele zwarte vlekjes. De kop en de opvallende lange snuit nemen samen 1/3 van de lichaamsgrootte in. Aan de basis van de snuit en aan de zijkanten bevinden zich de antennen en de kleine zwarte ogen. 2 kleine bijtkaken bevinden zich aan het uiteinde van de snuit. Bij de mannetjes is de snuit halverwege bedekt met korte bruine haartjes.

De eitjes zijn crèmekleurig wit en langwerpig van vorm. Ze zijn gemiddeld 3 mm lang en 1 mm breed. Volgroeide larvan zijn kegelvormig en crèmekleurig. Ze zijn gemiddeld 5 cm lang en 2 cm breed. Hun bruine kop heeft sterk ontwikkelde kaken, waardoor een larve zich gemakkelijk in de stam van een palmboom kan boren. Voordat de larven gaan verpoppen, maken ze een ovaalvormige cocon uit palmboomvezels. Deze cocons zijn gemiddeld 6 cm lang en 3 cm breed. De poppen zijn lichtbruin en zijn gemiddeld 3.5 cm lang en 1.5 cm breed.

Alle stadia van de palmsnuitkever treft men aan binnenin een palmboom. De totale levenscylcus duurt ongeveer 4 maanden. Een vrouwtje legt ongeveer 300 eitjes dichtbij de basis van de palmkroon. Op 2-5 dagen komen de larven uit en boren zich een weg in de stam. Zij voeden zich met zacht en sappig palmweefsel. Het larvestadium neemt zo'n 1 à 3 maanden in beslag. Het popstadium is korter en duurt 2-3 weken, waarna een nieuwe adult uitkomt.

Schadebeeld van de rode palmsnuitkever

De volwassen palmsnuitkevers veroorzaken vraatschade aan de bladeren. De meest vernietigende schade wordt door de larven berokkend. De larven brengen hun leven in de stam door. De eerste tekenen van aantasting en schadebeelden zijn moeilijk waarneembaar. Bij een vergevorderde aantasting, worden de schadebeelden zichtbaar. De kroon en de stam vertonen boorgaten waaruit een bruine stroperige vloeistof en verkauwde vezels komen. Intern treedt er rotting op waardoor de bladeren vergelen en verwelken. Wanneer schade vastgesteld wordt, is de palmboom onherstelbaar verwond en sterft af. De door larven uitgeholde stammen bieden onvoldoende steun, waardoor palmbomen kunnen omvallen.

Bestrijding rode palmsnuitkever

Palma-life wordt gebruikt om twee problemen te bestrijden op de palmbomen. Enerzijds de larven van de palmmot en anderzijds de larven van de rode palmsnuitkever.

Palma-Life bevat de insectparasiterende aaltjes Steinernema carpocapsae. Wanneer de nematoden op de palmkronen verspoten worden, gaan ze actief op zoek naar de larven van hun prooi. De nematoden dringen de larven door natuurlijke lichaamsopeningen binnen. Zodra de nematoden in de larve zijn binnengedrongen komen bacteriën, die in symbiose met de nematoden leven, vrij. Deze bacteriën produceren een toxine waarvan de gastheer sterft. Deze bacteriën zetten gastheerweefsel om in verteerbare componenten voor de nematoden.

Toepassingsperiode aaltjes tegen palmsnuitkever

Het parasitaire aaltje Steinernema carpocapsae heeft een afdodende werking tegen de larven van de rode palmsnuitlapkever. Voor een doeltreffende toepassing worden deze nuttige aaltjes rechtstreeks in de palmkroon gesproeid. Spuit preventief 10 tot 20 liter oplossing per boom aan een dosering van 2.5 mio nematoden per liter. Herhaal dit om de 3 à 6 weken, afhankelijk van de infectieruk van de rode palmsnuitkever. Toepassen kan van maart tot november.

Een geïnfecteerde rode palmsnuitlapkeverlarve verkleurt van witbeige naar okergeel.