Kleine wintervlinder of Operophtera brumata
De kleine wintervlinder is één van de weinige nachtvlinders die in de winter vliegt, daar heeft ie dan ook zijn naam aan te danken! De mannetjes van de kleine wintervlinder zijn gevleugeld met een spanwijdte van 2.5 cm en geel grijs van kleur.
De vrouwtjes zijn ongevleugeld en maar 0.6 cm groot. Ze hebben enkel vleugelstompjes. Ze kunnen dus niet vliegen en klimmen langs de stam in de bomen, wachtend op de mannetjes die hen daar komen bevruchten. Met een boomlijmband kan je de vrouwtjes uit de bomen houden.
De kleine wintervlinder eitjes worden in de bomen afgelegd rond de knoppen en in schorsspleten of wonden in het hout. Een klein wintervlinder vrouwtje kan tot 150 eitjes leggen. Het volgend voorjaar komen de rupsjes uit de eitjes. Ze spinnen bladeren aan elkaar waarin ze schuilen en vreten gaten in de bladeren. In juni zijn de rupsen volgroeid en laten ze zich via een zijden draad zakken tot op de grond waar ze verpoppen. De poppen blijven heel de zomer in de grond om in oktober-november terug volwassen vlinder te worden.
De kleine wintervlinder kent 1 generatie per jaar. Ze komen algemeen voor in België en Nederland waar je ze kan terugvinden in parken, tuinen, op loofbomen en in boomgaarden.
Schade van de kleine wintervlinder
Hoe herken je een kleine wintervlinder plaag? De rupsen verschijnen in het voorjaar vanaf eind maart-begin april. Ze zijn dan minuscuul klein en geelgroen van kleur. Gezien ze vaak in elkaar gesponnen blaadjes zitten, vallen ze helemaal niet op. Ze groeien van 4 mm uit tot 25 mm, dan zijn ze volgroeid.
De rups wordt een ‘spanner’ genoemd. Deze naam hebben ze te danken aan de wijze waarop ze zich voortbewegen. Het achterlichaam wordt eerst tot aan de borst verplaatst, en daarna wordt het voorste deel vooruit geschoven waardoor er even een u-vorm ontstaat.
De rupsen vind je in eerste instantie in de groeiknoppen en ontluikende blaadjes. Ze vreten eerst aan blad- en bloemknoppen en later aan jonge vruchten ingeval van fruitbomen. Zit een blad vol kleine gaatjes, dan heb je met de kleine wintervlinder te maken. Schade aan de vrucht groeit uit tot diepe verkurkte gaten, soms tot op het klokhuis. Aangetaste vruchten vallen vaak vroegtijdig af. Ingeval van een kleine wintervlinderplaag kunnen de rupsen de kruinen van bomen volledig kaal vreten.
Gezien de wintervlinder vrij onbekend is, zou je het niet verwachten maar het is één van de meest voorkomende plaaginsecten op fruitbomen en loofbomen in Nederland en België.
Waar zit de kleine wintervlinder op?
De kleine wintervlinder heeft echt heel veel waardplanten! Ze voeden zich met bladeren van verschillende soorten loofbomen en bladeren en jonge vruchten van fruitbomen.
- Loofboomsoorten: Eiken soorten (zomereik, steeneik, Amerikaanse eik) , hazelaar soorten, wilg, gewone linde, prunus soorten, berk, linde soorten, meidoorn, populier, liguster soorten, lijsterbes soorten, Iep, haagbeuk en Acer zijn waardplanten. Amerikaanse vogelkers en vuilbomen zijn niet eetbaar voor de larven van de kleine wintervlinder.
- Fruitbomen: alle soorten kunnen worden getroffen maar de kleine wintervlinder rupsen geven de voorkeur aan appel, peer, kers en bosbes. Perzik wordt bijna nooit getroffen
Wanneer vliegt de kleine wintervlinder
De kleine wintervlinder vliegt van eind oktober tot eind december, soms ook nog een stuk in januari.
In de winter zie je vaak kleine wintervlinders vliegen in de lampen van je wagen.
Kleine wintervlinder bestrijden
Moet ik de kleine wintervlinder bestrijden?
In principe kunnen loofbomen wel tegen kaalvraat. Ze lopen normaal hetzelfde jaar terug uit. Nadelig wordt het als elk jaar dezelfde bomen worden kaal gevreten. Dan verzwakken de bomen en kunnen ze gevoelig worden voor andere aantastingen. Bij fruitbomen is het een ander verhaal omdat ook de vruchten worden aangetast. Veel vruchten vallen dan vroegtijdig van de boom of krijgen de typisch verkurkte gaten.
De rupsen van de kleine wintervlinder zijn vroeg voedsel voor de vogels dus in die zin erg belangrijk in de voedselketen. Dus grijp niet in als het niet nodig is.
Heb je echter overlast, dan kan je volgende maatregelen nemen:
- Feromoonval kleine wintervlinder ophangen vanaf eind oktober tot half januari om de volwassen motten weg te vangen. Het effect van de feromoonval is het grootst als je ze op tijd ophangt met name voor de vluchten van de kleine wintervlinder begonnen zijn.
- Boomlijmbanden vanaf eind oktober rond de gevoelige bomen bevestigen zodat de vrouwtjes niet tegen de stam omhoog kunnen klimmen.
- Mezenkastjes hangen: mezen zijn verzot op de larven en helpen zo de populatie in te dijken in het voorjaar.
- Van juni tot oktober de kippen in de boomgaard laten lopen. Zo worden veel poppen die in de strooisel laag zitten, opgegeten.
Kleine wintervlinder rupsen bestrijden?
Het heeft geen zin om de rupsen te bestrijden. Ze zitten veelal ingekapseld in de samengevouwen blaadjes waardoor ze met spuitmiddelen moeilijk kunnen geraakt worden. Spuitmiddelen kunnen bovendien nadelig zijn voor de jonge mezen die de bespoten larven gevoederd krijgen.
Ook de aaltjes tegen rupsen hebben in deze weinig zin omdat dit ook een contactmiddel is.