Hoe ziet fruitspintmijt eruit?
De rode spin wordt officieel Panonychus ulmi genoemd, maar in de volksmond fruitspintmijt. Het zijn miniscule kleine mijtjes van 0.4 millimeter groot. Ze zijn donkerrood van kleur. Het mannetje is nog iets kleiner dan het vrouwtje en heeft een langgerekt lichaam. Het is geelgroen tot helderrood van kleur.
De rode spin is een zeer belangrijke parasiet van appel, peer, pruim en perzik. In tegenstelling tot de kasspint vormt ze geen webben op en tussen de bladeren.
Levenscyclus van fruitspintmijt
De rode spin overwintert als wintereitjes op ruwe plaatsen op hout, in de schors of rond de knoppen op meerjarige takken. De eitjes zijn elk maar 0.1 mm groot maar je kan ze wel zien omdat ze met duizenden bij elkaar liggen. Ze zijn glimmend helderrood van kleur. In het voorjaar komt ongeveer 1/3 van de afgelegde eitjes uit. Door vochtig, koud en winderig weer sterven veel wintereitjes vroegtijdig af.
De eitjes ontluiken als de appels beginnen te bloeien. Dit gaat door tot einde mei. Uit de eitjes komen zespotige larfjes die zich verplaatsen naar het jonge blad om zich daar te voeden met plantensappen. Na verschillende larvestadia en daarbij horende vervellingen, ontstaan de volwassen mijten die inmiddels 8 poten hebben gekregen.
De vrouwtjes worden direct bevrucht door de mannetjes en beginnen dan met het leggen van zomereieren. Een ontwikkelingscyclus van ei tot volwassen mijt duurt gemiddeld 4 weken. 4 tot 6 generaties overlappen elkaar tussen mei en eind september.
Eind juli begint opnieuw de afleg van de eerste wintereitjes, dit gaat door tot in oktober-november.
Schade van fruitspintmijt
De fruitspinmijt kan vooral op appel, peer, pruim en perzik schadelijk zijn. Er is nog een verschil in gevoeligheden naargelang de variëteiten. Zo is bij appel Early Victoria, Groninger Kroon, Keuleman en Zoete Emgaard onder andere gevoelig aan rode spin. Op kers ontwikkelt zich meestal geen ernstige plaag. Kleinfruitsoorten zoals frambozen, aardbeien en braambessen kunnen zowel door de rode spin als door de bonespintmijt worden getroffen. Het verschil tussen rode spin en bonespintmijt lees je hieronder.
De schade begint met gele vlekjes op het blad. Dit zijn bladcellen die zijn leeggezogen. Vervolgens krijgt het blad een dofgroene of bruinkleurige tint, wat uiteindelijk gevolgd wordt door bladval. Als het blad bruin verkleurt, is 70 % van de bladcellen afgestorven.
Aan de onderkant van het blad zitten de rode spinmijten met vele bij elkaar. De onderkant blijft over het algemeen groen van kleur.
De zuigschade heeft invloed op de groei van de boom, de dikte en kleuring van de vruchten en op de bloemknopvorming voor het jaar nadien.
De mijten laten zich van boomgaard tot boomgaard verspreiden via de wind.
Natuurlijke vijand van fruitspintmijt
In hoogstamboomgaarden waar biologisch geteeld wordt, heeft men relatief weinig schade van de rode spin. Van nature vinden we de roofmijt Thyphlodromus pyri terug in onbespoten boomgaarden. Deze roofmijt richt haar pijlen specifiek op fruitspintmijt. Als je deze predatoren de kans geeft om zich te ontwikkelen (en dus met geen breedwerkende insecticides spuit), kunnen ze de fruitspintmijt meestal de baas.
In vele tuinen is de groene gaasvlieg Chrysopa carnea ook aanwezig. De volwassen gaasvlieg voedt zich met pollen en nektar maar de larven van chrysopa voeden zich met veel verschillende insecten waaronder bladluis, wolluis en spintmijten.
Natuurlijke vijanden bevorder je door je tuin meer bio divers te maken. Hoe creëer je meer biodiversiteit? Lees onze blog over het belang van biodiversiteit of in ons kenniscentrum de verschillende aspecten van biodiversiteit.
Hoe fruitspintmijt bestrijden?
Heb je toch last van de fruitspintmijt? Creëer een biologisch evenwicht door inheemse roofmijten uit te zetten. Er zijn twee roofmijten ter beschikking: Amblyseius Andersoni en Forni-mite (Amblyseius Californicus).
Andersoni roofmijten overleven de winter, Californicus (Forni-mite) overleven geen vorsttemperaturen maar blijven wel lang tot in de herfst actief. Beiden zijn zowel in strooikoker als in kweekzakjes verkrijgbaar.
Roofmijten tegen spint
- Forni-mite bevat Californicus roofmijten en is in vele hoeveelheden verkrijgbaar als strooikoker.
- Soni-mite zijn kweekzakjes met Californicus roofmijten. De kweekzakjes werken gedurende 5 weken. De roofmijten komen geleidelijk vrij in de planten.
- Andersoni -system bevat Andersoni roofmijten die per 25.000 st verpakt zijn.
- Andersoni-breeding-system bevat kweekzakjes met Adersoni roofmijten.
Het verschil tussen strooikoker en kweekzakjes
Heb je een serieuze aantasting dan werk je met de strooikokers. Het aantal roofmijten dat je nodig hebt varieert naargelang de grootte van de bomen en de plaagdruk. De roofmijten worden via bioboxen of koffiefilterzakjes en wasspelden aan de twijgjes gehangen. De roofmijten gaan direct aan de slag om de fruitspintmijt te zoeken en leeg te zuigen.
Kweekzakjes werken trager. De roofmijten lopen door een voorgeprikt gaatje uit de kweekzakjes. De zakjes mogen dus niet worden open gescheurd, anders droogt de kweek uit. De zakjes kan je best vast nieten aan de bladeren zodat ze bij wind niet uit de bomen vallen. Kweekzakjes worden preventief of bij een lichte aantasting gebruikt om spintmijten in de boomgaard onder controle te houden.
Geef je de voorkeur aan kweekzakjes maar heb je een zware aantasting? Overdoseer dan het aantal kweekzakjes zodat er toch tegelijkertijd veel roofmijten uitlopen.
Chrysopa tegen fruitspintmijt
Je kan bij ons ook larven van Chrysopa kopen per kokers van 1000 st of emmers van 10.000 st. Chrysopa larven kan je inzetten als je een zware aantasting van spint hebt vastgesteld. Deze kunnen samen met roofmijten worden uitgezet. Zo werk je met twee bestrijders tegelijk.
Chrysopa larven worden ook via bioboxen of koffiefilterzakjes en wasspelden verspreid over de takken van de bomen. Opgelet: mieren vallen de larven van chrysopa lastig en kunnen deze doden. Heb je mieren in je boom, gebruik dan enkel roofmijten.
Verschil fruitspintmijt en bonenspintmijt
Verschil fruitspintmijt en bonenspintmijt
Het grote verschil tussen beiden soorten is de kleur: de bonespintmijt – Tetranychus urticae - is lichtgeel van kleur en heeft twee donkere vlekken aan de zijkant van haar lichaam. De vrouwtjes en de mannetjes zien er het zelfde uit. De bevruchte vrouwtjes van de bonespintmijt worden in de herfst oranje-rood van kleur, dat is hun overwinteringsjasje. Op dat moment kunnen ze verward worden met de vrouwelijke fruitspintmijt die altijd donkerrood van kleur zijn.
De bonespintmijt overwintert dus als volwassen mijtjes terwijl de rode spin overwintert in de vorm van wintereitjes.
Een ander belangrijk verschil is de webvorming: bij grote aantasting heb je veel webvorming bij bonespintmijt, bij rode spin heb je dit niet.
De bonespintmijt komt op fruitbomen voor maar minder algemeen dan op kamerplanten en op kasgroenten. Vandaar dat ze ook kasspint wordt genoemd. Bonespintmijt tref je wel veel op kleinfruit soorten zoals druiven, aardbeien en frambozen.