Zowel de dopluizen als de schildluizen behoren tot de grote groep van schildluizen. Het verschil tussen een dop- en schildluis zit hem in het feit dat de dop van de dopluis vergroeid is met de luis terwijl het schild van de schildluis los over het insect ligt. Een bekende schildluis is de kommaschildluis Lepidosaphes ulmi. Deze soort heeft enorm veel buitenplanten waarop ze zich kan vestigen.
We spitsen ons hier toe op de meest voorkomende dopluizen. Alle dopluissoorten hebben maar 1 generatie per jaar maar wel met enorm veel nakomelingen.
Sommige planten kunnen door meerdere dopluis soorten worden aangetast.
Gewone dopluis
Hoe gewone dopluis herkennen?
Dopluizen herken je aan de bruine bolvormige schildjes die op de bladeren, stengels of takken van planten vastzitten.
De bolvormige schildjes zijn de vrouwelijke volwassen dopluizen. Er zijn tegelijk meestal jongere stadia van dopluizen op de planten aanwezig maar daar kijken we vaak over omdat ze plat en licht van kleur zijn.
Hoe verspreiden dopluizen zich?
De dopjes die je op de plant ziet, zijn vrouwelijke dopluizen. De doppen zijn met hun lichaam vergroeid. Hieronder leggen de vrouwelijke luizen tot wel 3000 eitjes af. Uit de eitjes komen jonge, beweeglijke nimfen (crawlers genoemd) die zich verspreiden over de planten. De nimfen zoeken een plekje om zich te vestigen. Zo vlug ze zich vastzuigen op een bepaalde plek, blijven ze daar en gaan ze een dop vormen.
Het uitzwermen van de jonge nimfen noemt men migreren en is verschillend naargelang de soort.
De gewone dopluis Parthenolecanium corni : juni en juli
Wollige dopluis Pulvinaria vitis: juni en juli
Koningsdopluis Pulvinaria regalis : juni tot augustus (komt vooral voor op linde en kastanjebomen)
Lange wollige dopluis Pulvinaria floccifera: juli tot september
Hydrangeadopluis Pulvinaria hydrangeae : juli tot september
Kommaschildluis Lepidosaphes ulmi: mei
Waar komt dopluis vandaan?
De oorzaak van dopluis kan je niet met zekerheid benoemen. Je kan een aantal preventieve teeltmaatregelen nemen die zeker helpen.
- Algemeen is geweten dat zwakke planten gevoeliger zijn aan ziektes, daarom is het belangrijk om sterke planten te kweken. Dit doe je door het bodemleven te stimuleren zodat de planten sterk kunnen uitgroeien. Behalve de bodem kan je ook de bladeren versterken. Oenosan is een bladversterkend middel dat buitenplanten meer weerbaar maakt tegen schimmels en insecten. Niet te gebruiken bij zuurminnende planten.
- Droge lucht en tocht (ingeval van kamerplanten of tropische planten die binnen staan) vermijd je best zoveel mogelijk, ook dit is slecht voor alle planten.
- Dopluis kan je mee brengen met je kleding, met huisdieren of de eimassa’s van de wollige dopluissoorten kunnen met de wind of vogels meegevoerd worden.
- Je kan een besmette plant kopen zonder dat je het gezien hebt. Dopluizen verschuilen zich graag en daarom valt een beginnende aantasting niet op.
- Als je buitenplanten binnen overwintert, is dit een riskante periode om dopluis te ontwikkelen. Zorg dat de overwintering gebeurt op een zeer lage temperatuur de welke de planten kunnen verdragen.
Welke schade veroorzaakt dopluis?
Dopluizen voeden zich, net als bladluizen met plantensappen. In de plantensappen zitten veel suikers die de dopluizen niet kunnen gebruiken. Daarom scheiden ze die terug uit. Dit zorgt ervoor dat de bladeren plakkerig worden, men noemt dit honingdauw. Honigdauw trekt mieren aan die verzot zijn op die zoete brij.
Na verloop van tijd groeit er een zwarte schimmel op de honingdauw, de roetdauwschimmel. Dit alles is dus het gevolg van de aanwezigheid van de dopluizen.
Honingdauw en roetdauwschimmel wordt veroorzaakt door veel zuigende insecten zoals bladluizen, witte vlieg en alle soorten schildluizen.
Welke planten zijn gevoelig aan dopluis?
Dopluis komt voornamelijk voor op houtachtige buitenplanten en bomen.
Gewone dopluis Parthenolecanium corni is terug gevonden op 350 verschillende buitenplanten waaronder Viburnum, Taxus, Cotoneaster, Buxus, vuurdoorn, Ribes, Thyja coniferen, Prunus soorten, Eik en druif. Ook Zuiderse planten zoals Oleander, Olijf, Citrusbomen en tal van kamerplanten worden getroffen.
Hoe kom ik van dopluis af?
Wat aangetaste kamerplanten betreft: de eenvoudigste manier en soms ook een erg efficiënte manier is om de volledige plant 15 min. onder water te zetten. Dit kan je uiteraard enkel doen als de planten niet te groot is en er tegen kan. De dopluizen lossen zich waardoor je in één keer veel wegneemt.
Op buitenplanten kan je larven van chrysopa uitzetten op het moment dat de jonge nimfen van de dopluis zich verplaatsen op de plant om een eigen plekje te zoeken. Men noemt dit de migratietijd van de larven.
De migratie tijd van dopluizen op kamerplanten zijn niet op één moment, hierdoor moet je om de 2-3 weken nieuwe Chrysopa larven uitzetten.
Hierdoor is het een hele missie om de dopluizen aan te pakken, en kan je best met Oenosan aan de slag om de plant te versterken
Hoe weet je wanneer de larven migreren?
De migratietijd van de larven verschilt van soort tot soort. Voor de gewone dopluis is dit in juni en juli.
Het beste is om begin juni dubbelklevende plakband rond de stengels of takjes van de aangetaste plant te bevestigen. Op het moment dat je daarop kleine larfjes vangt, weet je dat de larven zich aan het verplaatsen zijn. Op dat moment kan je de chrysopa larven uitzetten.
Natuurlijke vijanden van de dopluis
Buiten is het vierstippelig lieveheersbeestje Exochomus quadripustulatis de belangrijkste natuurlijke vijand van dopluis. Dit lieveheersbeestje komt spontaan voor in Nederland. Zowel de volwassen lieveheersbeestjes als hun larven eten de dopluis en de ei-pakketjes.
De larven van de gaasvlieg eten de nimfen op het moment dat ze migreren. Vogels zoals koolmees en pimpelmees, het roodborstje en de groene specht helpen eveneens in de bestrijding.
Daarnaast gaan sluipwespen Coccophagus en Metaphycus de nimfen van dopluis parasiteren. Ze parasiteren zowel de gewone dopluis als de wollige dopluis soorten.
Wollige dopluis (Pulvinaria vitis)
Hoe wollige dopluis herkennen?
De volwassen wollige dopluizen, ook wel druivendopluis genoemd, hebben een verhard donkerbruin schild met dwarse ribbels. Gezien ze maar 4 tot 6 mm lang zijn en donker van kleur worden ze vaak over het hoofd gezien. Opvallen doen ze pas als de eizakjes worden aangemaakt.
Levenscyclus van de wollige dopluis
De eiafleg en dus ook het zichtbaar worden van de dopluis situeert zich tussen april en juni. Op dat moment worden tot 10 mm lange eizakjes geproduceerd. De wijfjes blijven verbonden met het eizakje. Bij het leggen van de eitjes wordt hun schild van achteruit naar boven gebogen.
De jonge nimfen komen uit de eitjes in juni en juli. Ze migreren dan over de bladeren en zijn deze periode het best te bestrijden. Bij de wollige dopluis overwinteren de volwassen vrouwtjes.
Op welke planten komt wollige dopluis voor?
Waardplanten zijn druif, Acer, Salix, Appel, prunus soorten, Ribes, Tilia, druif, populier, berk, Euonymus, beuk, lijsterbes enz. Eigenlijk zijn het er teveel om op te noemen. Wollige dopluis komt nooit voor op taxus en zelden op Ilex.
Welke schade veroorzaakt de wollige dopluis?
De grootste schade is de esthetische schade die veroorzaakt wordt door de eiermassa’s.
De dopluizen zelf zuigen plantensappen en scheiden de overvloedige suiker terug uit. De honingdauw kan lastig zijn en trekt mieren aan. Bij zware aantasting kunnen de bladeren vroegtijdig afvallen en ontwikkelt op de honingdauw de zwarte roetdauwschimmel.
Natuurlijke vijanden van de wollige dopluis
Wat te doen tegen de wollige dopluis?
Stel je wollige dopluis vast, grijp dan snel in. De dopluis kan namelijk door vogels, insecten of de mens verspreid worden naar andere planten en struiken.
Heb je weinig aantasting, dan kan je de aangetaste bladeren verwijderen.
Tijdens de migratieperiode van de jonge nimfen, kunnen larven van chrysopa uitgezet worden. De jonge nimfen van de wollige dopluis zijn op de planten aanwezig in juni en juli. Ze ontwikkelen zich nog hetzelfde seizoen tot volwassen insecten en overwinteren als dusdanig.
Bij ernstige aantasting kan je best de hele plant terug snoeien. Gooi dit nooit op de composthoop maar doe het in de afvalbak.
Blijft de aantasting terug komen, verwijder dan alle aangetaste planten en wacht minstens een jaar vooraleer je nieuwe planten zet.
Hydrangeadopluis (Pulvinaria hydrangeae)
Hoe hydrangea dopluis of hortensialuis herkennen?
De hydrangea dopluis ook wel de hortensia luis genoemd, behoort tot de wollige dopluizen. De volwassen dopluizen hebben zich vastgezogen aan de onderkant van de bladeren. Ze produceren in juni en juli de witte eizakjes die aan hun lichaam verbonden zijn. De eizakjes zijn minder lang en slank als bij de lange wollige dopluis.
De jonge nimfen zijn lichtbruine en plat, met het blote oog moeilijk waarneembaar. Ze migreren over de bladeren tussen juli en september.
Levenscyclus van de hydrangea dopluis
De eizakjes worden gevormd tussen juni en augustus. Ze hebben een lengte van 10 mm. De migratie van de nimfen gebeurt van juli tot september. Daarna gaan de nimfen in overwintering om het daaropvolgend jaar in april het volwassen stadium te bereiken.
Welke planten zijn gevoelig aan de hydrangea dopluis?
De hydangeadopluis ook wel hortensia dopluis genoemd tast naast Hydrangea ook andere soorten buitenplanten aan zoals Acer, Esdoorn, Linde, Platanen, Magnolia, Cornus mas, Camelia en Viburnum.Natuurlijke vijanden van de Hortensialuis.
Wat te doen tegen de hydrangea dopluis?
Zie bij wollige dopluis. Chrysopa larven kunnen ingezet worden tussen juli en september op de jonge nimfen. In tegenstelling tot de wollige dopluizen overwinteren de hydrangea dopluizen niet als volwassen insecten maar als nimfen in het derde nimfestadium.
Verschil tussen wolluis en wollige dopluis?
Vaak denken mensen dat ze wolluis op hortensia hebben terwijl het hydrangea dopluis is. De eizakjes van de hydrangea dopluis zien er een beetje wollig uit. Daarom denk men in eerste instantie aan wolluis.
Wolluizen maken ook eizakjes maar deze hangen niet aan het insect zelf vast. De volwassen wolluis kan je gemakkelijk zien met het blote oog. Het zijn wit bepoederde insecten die traag voortbewegen. Dit in tegenstelling tot de volwassen exemplaren van de hydrangea dopluis die bruin van kleur zijn en millimeters klein zolang ze nog geen eizakjes hebben geproduceerd.
Wil je meer weten over wolluis?
Lange woldopluis (Pulvinaria floccifera)
Hoe de lange wollige dopluis herkennen?
De vrouwtjes van de lange wollige dopluis zijn maar 4 mm groot en zitten onder een lichtbruin schildje aan de onderkant van de bladeren of op de bladsteel of tak. Deze vallen echter niet op.
Wat wel opvalt zijn de lange grote eizakjes die ze als een verlengstuk aan hun lichaam vormen. Deze zie je in juni en juli aan de onderkant van de bladeren, op takken en zelfs op stammen. De eizakjes zijn langer en smaller dan bij de andere wollige dopluissoorten, vandaar hun naam lange wollige dopluis.
De larfjes die uit de eitjes komen, zijn maar 1 mm groot, geelbruin en plat. Ze zijn niet te zien met het blote oog. De migratie van de beweeglijke nimfen heeft plaats van juli tot september. Dit is de moment dat ze het best te bestrijden zijn.
Levenswijze van de lange woldopluis
De larfjes (=nimfen) lopen over de bladeren rond tussen juli en september. In de herfst als ze het 3de nimfestadium bereikt hebben, overwinteren ze op takken en twijgen van de struiken. Pas het volgend jaar ontwikkelen ze zich verder en worden ze volwassen dopluizen. In juni en juli van dat jaar gaat de nieuw uitgekomen generatie vrouwtjes haar eiermassa afleggen. In elke eizakje zitten wel 100 eitjes.
Wind, vogels en insecten zorgen voor de verspreiding van de eitjes. Er zijn zo goed als geen mannetjes aanwezig, de eitjes ontstaan zonder bevruchting.
Welke schade veroorzaakt de lange wollige dopluis?
De grootste schade is de esthetische schade die veroorzaakt wordt door de eiermassa’s.
De dopluizen zelf zuigen plantensappen en scheiden de overvloedige suiker terug uit. De honingdauw kan lastig zijn en trekt mieren aan. Bij zware aantasting kunnen de bladeren vroegtijdig afvallen.
Welke planten zijn gevoelig aan de lange wollige dopluis?
Camelia, Euonymus, Ilex, Taxus en vaccinium zijn gevoelig aan deze dopluissoort.
Natuurlijke vijanden van de lange woldopluis
Wat te doen tegen de lange woldopluis?
Stel je lange woldopluis vast, moet je onmiddellijk ingrijpen. De dopluis kan namelijk door vogels, insecten of de mens verspreid worden naar andere planten en struiken.
Heb je weinig aantasting, dan kan je de aangetaste bladeren verwijderen.
Tijdens de migratieperiode van de nimfen, kunnen larven van chrysopa uitgezet worden. De nimfen van de lange wollige dopluis zijn op de planten aanwezig van juli tot september. Daarna gaan ze overwinteren in het 3de nimfestadium.
Bij ernstige aantasting kan je best de hele plant terug snoeien. Gooi dit nooit op de composthoop maar doe het in de afvalbak.
Blijft de aantasting terug komen, verwijder dan alle aangetaste planten en wacht minstens een jaar vooraleer je nieuwe planten zet.