Wat zijn mycorrhiza?

Mycorrhiza betekent schimmelwortel en is een eeuw geleden ontdekt door onderzoekers die vaststelden dat plantenwortels geheel omgeven waren door schimmeldraden en toch perfect gezond bleken.

De mycorrhiza zijn wereldwijd te vinden op plaatsen waar planten groeien. Ze vormen het merendeel van de schimmelbiomassa in de grond, zolang deze niet is verstoord. Vanuit de plantenwortels groeien de mycorrhiza uit in de omliggende grond en ze verbinden met hun draden plantenwortels en bodemdeeltjes met elkaar tot een groot netwerk. Eén gram grond kan tot 50 meter aan mycorrhiza-draden bevatten!

Wat doen mycorrhiza?

Mycorrhiza onderdrukken pathogene schimmels en verbeteren de bodemvruchtbaarheid. Ze onderscheiden zich van andere schimmels omdat zij in symbiose leven met planten. Beiden hebben voordeel aan elkaar, ze ondersteunen elkaar in de groei en ontwikkeling. Mycorrhiza transporteren water, voedingsstoffen, sporenelementen uit de bodem naar de plant en de plant geeft hiervoor in ruil suiker aan de schimmel. Beiden kunnen door deze samenwerking optimaal groeien en ontwikkelen. Mycorrhiza verbeteren de opneembaarheid van voedingsstoffen en water voor de planten en zijn daardoor uitermate belangrijk. Ze zijn als het ware een levende interface tussen plantenwortels en bodem.

Maar mycorrhiza doen meer. Ze bevorderen de ontwikkeling van bacteriën die een rol spelen bij de afbraak van organisch materiaal (actinomyceten). Rond een wortel met mycorrhiza zijn vijf keer meer bacteriën en actinomyceten te vinden dan rond een wortel zonder mycorrhiza. Dat zorgt voor een sterk afweerproces tegen wortelziektes. Bovendien speelt het een belangrijke rol bij de omzetting van stikstof uit de lucht in nitraten of de oplossing van vastgelegd fosfaat in de bodem. Mycorrhiza zorgen ervoor dat deze minerale voedingsstoffen terug beschikbaar komen voor de planten.

Wat zijn de voordelen van mycorrhiza?

  1. Betere bodemstructuur (linken aan Blog van maart 2019): De schimmeldraden ommantelen bodemdeeltjes en scheiden klevende stoffen af. Zo ontstaan stabiele bodemkruimels met kleine en grote poriën, die lucht, water, mineralen en sporenelementen vasthouden. Bij hevige regenval wordt zo het wegvloeien en het dichtslibben van de grond voorkomen.
  2. Minder waterbehoefte: met mycorrhiza hebben planten duidelijk minder last van droogte. Uit onderzoek met gras blijkt dat gras mét mycorrhiza zich veel sneller herstelt na de droogteperiode en drie keer meer bladmassa oplevert dan het gras zonder mycorrhiza. Uit het onderzoek blijkt ook een verhoging van het aantal chloroplasten tot wel 60%, wat leidt tot een zichtbaar groener gras.
  3. Minder uitval door schimmelziekten: De aanwezigheid van mycorrhiza weert slechte schimmels van de plantenwortel. Ook maken planten met mycorrhiza meer afweerstoffen aan tegen schimmels. Voor gras zijn de ziektewerende effecten tegen Rhizoctonia solani (Brown Patch), Pythium ultimum (omvalziekte) en Fusarium oyxsporum (voetrot) van belang. Voor Fusarium (Microdochium) nivale blijkt uit onderzoek een lagere besmetting op de velden met een hoger mycorrhiza-aandeel dan op de velden met weinig mycorrhiza.
  4. Minder bemesten: Mycorrhiza vergroten de opnamecapaciteit van plantenwortels, met name voor fosfaat, kali en sporenelementen. Al met een laag fosfaatgehalte in de grond krijgen de planten voldoende fosfaat; door de betere bodemstructuur worden meststoffen beter vastgehouden. Hoge fosfaatgiften, vooral in combinatie met een hoge stikstofbemesting, onderdrukken de mycorrhiza en zijn absoluut uit de boze.
  5. Beter opkomen van nieuwe plantjes: Door het mycorrhiza-netwerk profiteren kiemplantjes van een betere verzorging en bescherming, wat resulteert in een voorspoedige groei en weinig uitval.

Werking van mycorrhiza in de grond?

Nadat de mycorrhiza in de grond zijn ingewerkt, groeit de schimmel naar de wortels toe en vervolgens met de wortels mee de grond in. De mycorrhiza hebben drie tot vier weken nodig om zich te vestigen.

Opgelet: voer deze eerste weken geen grondbewerking uit, gebruik geen bestrijdingsmiddelen en stikstof- of fosformeststoffen. Hierdoor kunnen de nieuwe schimmeldraden beschadigd raken voor ze de wortels hebben bereikt en als gevolg daarvan afsterven.

Soorten mycorrhiza

Naar schatting leven 90% van de planten in de natuur samen met mycorrhiza. Er zijn twee hoofdtypen mycorrhiza te onderscheiden voor verschillende groepen planten.

  • Ectomycorrhiza
  • Endomycorrhiza met als ondertypes de arbusculaire, de ericoide en de orchideeën mycorrhiza

Ectomycorrhiza

Bij ectomycorrhiza induceren de schimmels extra vertakking van de wortels en vormen buiten rond de worteltopjes dichte mantels van schimmeldraden. Veel boombegeleidende paddestoelen zijn vruchtlichamen van ectomycorrhiza.

Endomycorrhiza

Bij endomycorrhiza groeien de schimmeldraden in de cellen van de wortelschors en niet alleen ertussen zoals bij ectomycorrhiza. De wortelmorfologie wordt nauwelijks veranderd en er worden geen bovengrondse vruchtlichamen gevormd.

Ectomycorrhiza voorkomen

Ectomycorrhiza (ECM) komt vrijwel alleen bij houtgewassen voor: naaldbomen uit de familie Pinaceae (fijnspar, zilverspar, douglasspar, hemlockspar, sitkaspar, den, lork, ceder) en loofbomen uit de Fagaceae (beuk, eik, tamme kastanje), Tiliaceae (zomer- en winterlinde), Betulaceae (berk, els, hopbeuk), Corylaceae (haagbeuk, hazelaar), Salicaceae (wilg, populier) en andere. Bos-ecosystemen in ons klimaat zijn afhankelijk van ectomycorrhiza voor de opname van organisch gebonden voedingsstoffen. Er bestaan ca. 6000 soorten ECM-schimmels (Basidiomyceten en Ascomyceten) met een grote onderlinge variatie.

Arbusculaire mycorrhiza

Arbusculaire mycorrhiza (AM) is het oudste type van mycorrhiza en komt voor bij de meeste plantensoorten (ca. 80%): varens en levermossen, coniferen (Taxaceae en Cupressaceae) en loofbomen (iep, paardekastanje, plataan, esdoorns, es), fruitbomen, rozen, vlinderbloemigen, grassen, bol- en knolgewassen en vele andere. De arbusculaire mycorrhiza worden gevormd door schimmels uit de orde Glomales (klasse Zygomycetes). Wereldwijd zijn er ca. 150 soorten beschreven, waarvan grofweg de helft in het geslacht Glomus. Deze schimmels dringen door tot in de cellen van de wortelschors, waar zij karakteristieke boomvormige (arbusculaire) overdrachtsorgaantjes vormen voor de uitwisseling van suikers en voedingsstoffen. In tegenstelling tot de fijne, door de wind verspreide ECM-sporen, worden de AM-sporen door dieren verspreid. AM- schimmels kunnen zich niet vermeerderen buiten een levende waardplantwortel.

Ericoïde mycorrhiza

Ericoïde mycorrhiza (ERM) is een type endomycorrhiza die beperkt is op Ericales (heideachtigen) zoals Erica (dopheide), Calluna (struikheide), Vaccinium en Rododendron. In de zure, voedselarme heidebodems maken zij het organisch gebonden stikstof en fosfaat voor de plant beschikbaar.

Orchideeën mycorrhiza

Orchideeën mycorrhiza (ORM): Orchideeën zijn in het begin van hun leven geheel afhankelijk van mycorrhiza-schimmels. De orchidee leeft parasitair op de schimmel, die zich voedt op dood organisch materiaal of op een andere plant. Pas in een later stadium, en alleen wanneer de plant chlorofyl vormt, kan de schimmel enigszins profiteren van de fotosynthese van de orchidee. ORM-symbiose zijn meestal zeer gevoelig voor veranderende omstandigheden. Door toename van het stikstofaanbod in de bodem b.v. kan de schimmel veranderen van een symbiont in een pathogeen. Van sommige planten is zowel AM als ECM bekend: b.v. wilg, populier, els, … afhankelijk van leeftijd en groeiplaats.

Bemerking

Er zijn ook plantenfamilies en geslachten waar zelden of nooit mycorrhiza voorkomen, b.v. pioniers op voedselrijke, humusarme grond zoals Kruisbloemigen (Cruciferen), Ganzevoet (Chenopodiaceeën)- en Amarantenfamilie en Paardestaarten of moerasplanten zoals Russen (Juncaceeën) en Cypergrassen (Cyperaceeën), maar ook de Anjers (Caryophyllaceeën) en Brandnetels (Urticaceën), Oenanthe en Astragalus.