Meer biodiversiteit zorgt voor minder plagen
Natuurfoto

Wat is biodiversiteit?

Biodiversiteit of biologische diversiteit omvat eigenlijk simpelweg al het leven op aarde van miniscuul klein tot immens groot, ook wij maken als soort deel uit van de totale biodiversiteit. Er is diversiteit in ecosystemen, denken we maar aan de zee, een rivier, een bos, een poel, een moestuin, een composthoop. Het zijn allemaal verschillende milieus met hun eigen leven en interacties tussen dit leven.

Maar er is ook genetische biodiversiteit tussen soorten die op aarde leven (dieren, planten, algen, bacteriën, virussen…) en tussen individuen van eenzelfde soort (mensen verschillen in grootte, kleur, karakter…). Over heel de wereld zijn nu ongeveer 1,9 miljoen soorten bekend, maar dit zou slechts een klein deel van de feitelijke soortenrijkdom zijn.

Spinnenweb met ochtenddauw

Wat is het belang van biodiversiteit?

Biodiversiteit is voor ons van levensbelang. Het betekent LEVEN op aarde. De aarde biedt ons water, lucht, voedsel, bouwmaterialen, natuurlijke textielvezels, actieve bestanddelen voor geneesmiddelen, bestuiving en plaagbestrijding. Om dit in stand te houden, moeten wij zorg dragen voor de aarde zodat de ecosystemen optimaal kunnen functioneren en wij kunnen genieten van de positieve effecten van biodiversiteit.

Elk ecosysteem vormt een web waarbij elke schakel belangrijk is en de webben zijn onderling ook met elkaar verweven. Alles hangt dus met alles samen! Vallen er 1 of 2 schakels weg, kan het web nog voortbestaan maar vallen er essentiële schakels weg, dan heeft dit zware gevolgen voor de rest van het ecosysteem en voor de aarde als geheel. Zo weten we reeds dat de afwezigheid van bijen onze voedselproductie wereldwijd in gevaar zou brengen. Zij zorgen immers voor de bestuiving en vruchtzetting.

Hoe meer ons ecosysteem uit balans is, hoe meer we te maken krijgen met grote plagen van één enkele soort. Dit fenomeen doet zich voor met de buxusmot en de eikenprocessierups, maar ook met de letterzetter die dennenbomen op zeer korte tijd vernietigen.

Hoe eentoniger en properder een tuin, laan of park is, des te minder insecten, vogels en kleine zoogdieren aangetrokken worden. Insecten en rupsen zien we vaak als plagen omdat ze ook onze tuinplanten belagen, maar ze zijn natuurlijk een deel van de keten en voedsel voor anderen. Zo heeft een pimpelmees 100 rupsen per dag nodig om haar jongen te voeden en eten ze zelf veel bladluizen.

Groene muur met planten in Parijs

De knop omdraaien

De mens brengt de biodiversiteit ernstig in gevaar door vervuiling van lucht en water, overbejaging en overbevissing, uitputten van akkers, hakken van bossen, opschonen van tuinen en parken, verstedelijking zonder groen en veel meer...

De tijd is gekomen om dit te veranderen. Steden en gemeenten zijn hier volop met bezig. In het straatbeeld komen meer en meer groene gevels en balkons, bomen, stroken wilde bloemenweiden, plekken waar kinderen van de natuur kunnen genieten en waterpartijen.

Maar ook wij kunnen in onze eigen tuin een steentje bijdragen! En zoals het spreekwoord zegt, vele kleine stukjes maken een grote lap!

Merel in sierappelboom

Test jouw tuin op biodiversiteit!

Ben je benieuwd hoe biodivers je eigen tuin is? Als je op onderstaande vragen positief kan antwoorden, heb je 80 % diversiteit in je tuin gecreëerd en ben je op de goede weg!

  • Kan een egel zich verstoppen in je tuin?
  • Kan een merel bessen en regenwormen eten?
  • Kunnen mezen rupsen eten?
  • Kunnen vlinders nectar vinden?
  • Kunnen bijen komen drinken?
  • Zie/hoor je kikkers in je tuin?

Kikker in de vijver van Biogroei

Wat kan jij doen?

Een biodiverse tuin hoeft geen jungle te zijn maar woestijnen zijn ook niet interessant. Gezien door de bril van variatie, is een tuin interessant als er minstens een boom, enkele struiken, een bloemenweide, een verwilderd hoekje, een poel, een composthoop, een kruidenhoekje, een fruitboompje en een stapelmuurtje van hout of stenen aanwezig is. Uiteraard heeft niet iedereen even veel plaats maar dat hoeft ook niet. Alle elementen kunnen ook in het klein gecreeërd worden. Een kleine boom in een pot zoals een treurwilgje op stam kan een mooie bijdrage leveren. Fruitleibomen nemen minder plaats in en met een drinkbak voor de vogels en insecten is er ook water in je tuin.

Algemene tips voor meer biodiversiteit in je tuin:

  • Zorg dat je zo weinig mogelijk verharding hebt in je tuin en laat zeker tussen staptegels groene ruimte zodat het water zoveel als mogelijk de grond kan indringen.
  • Heb je een tuinhuis of kas, vang het regenwater op in een ton zodat je dit nadien aan de planten kan geven
  • Mulch je grond zoveel als mogelijk met groentenresten of gras- en bladmaaisel zodat de ondergrond meer water vast houdt en er minder onkruid groeit.
  • Gebruik oude zaadrassen en oude boomsoorten.
  • Plant geneeskrachtige planten en kruiden.
  • Plant vooral inheemse planten. Uitheemse planten geven minder interactie met inheemse soorten.
  • Let op voor exoten! Dit zijn uitheemse, invasieve planten die andere inheemse soorten verdringen en zelfs gebouwen vernielen. Voorbeelden zijn Japanse duizendknoop, vogelkers, grote waternavel, reuzenberenklauw… Deze zijn wijdverspreid en hebben een sterk negatief effect op de biodiversiteit in ons land.
  • Hang een nestkast op, een vleermuiskast, een insectenhotel…Het najaar is de beste periode om dit te doen. Zo kunnen de vogels al wennen aan de nestkasten en ze gebruiken als overwinteringsplaats.
  • Plant de juiste sierplanten en bessenstruiken in functie van je omgeving en de grondsoort.
  • Stop onmiddellijk met alle vormen van gif.
  • Laat een hoekje verwilderen en/of zaai een bloemenweide in.

Het belangrijkste is dat we de diversiteit van vogels, kleine zoogdieren (bv. vleermuizen, eekhoorns en mollen) en wilde planten massaal verhogen zodat de schadelijke belagers een onderdeel worden van een divers ecosysteem. De ‘schadelijken’ gaan niet verdwijnen maar maken vanaf dat moment deel uit van een keten en zullen niet meer talrijk zijn en daarom niet langer als schadelijk worden ervaren.

We moeten onze tuin vooral zien als een deel van de natuur en laten aansluiten bij het landschap waar we wonen. Dit betekent dat we bomen, struiken en planten die we aanplanten kiezen in functie van de biodiversiteit. Lees hierover meer .