Composteren gebeurt ... maar het gebeurt een stuk sneller als je weet hoe!
Zoals je kan lezen bij ‘ken je tuingrond’, is compost een essentieel bestanddeel om een goede tuingrond te krijgen. Bovendien verwerk je op deze manier je huishoudelijk afval en verander je het in iets nuttigs.
Compost verbetert de bodemsamenstelling, helpt bij het handhaven van een neutrale pH-waarde en zorgt ervoor dat de grond meer voedingsstoffen en water vasthoudt (het verviervoudigt letterlijk het vermogen van de grond om water op te slaan). Bovendien voedt compost regenwormen en microbieel leven in de bodem - die op hun beurt jouw planten ondersteunen. Het maakt niet uit wat voor soort grond je hebt. Alle bodems kunnen worden verbeterd door toevoeging van compost.
Wat mag er op de composthoop?
Je kunt bijna alle organische stoffen uit je huishouden composteren behalve vlees en zuivelresten. Deze laatste trekken ongedierte aan en kunnen je stapel verpesten. Maar tuinafval (stengels van erwten, bonen, aardappelloof, tomatenloof), grasmaaisel, afgevallen bladeren, onkruid dat niet in zaad is gekomen, groenteschillen, eierschalen, kippenmest, paardenmest, hooi,...zijn ideaal om te composteren. Ik zelf doe enkel afval op de composthoop van inheemse vruchten. Schillen van bananen, advocado’s en dergelijke doe ik zelf in de groentecontainer die ze komen ophalen. Theebladeren en koffieprut kan wel op de composthoop, ze bevatten van nature cafeïne, een natuurlijke onkruidverdelger.
Gebruik een bokashi-container in de keuken om zelf bokashi te maken. Als de container vol is, kan je die ledigen op de composthoop. Bokashi zorgt voor veel micro-organismen die de vertering doen versnellen.
Tip: doe geen tuinafval van zieke planten op de composthoop tenzij je zeker bent dat de composthoop een temperatuur van 60°C zal halen. Bv als je de aardappelziekte hebt gehad, gooi het aardappelloof dan in de groencontainer.
Hoe groot mag organisch afval zijn?
Te groot materiaal kan niet snel verteren. Vermijd dus takken of ander snoeihout in grote stukken op de composthoop te gooien. Snoeihout moet eerst verhakseld worden tot maximum enkele centimeters. Vervolgens het snoeihout goed bevochtigen vooraleer je het met de rest verwerkt in de composthoop. Daarna kan het gemengd met groenafval gebruikt worden.
Fijn materiaal is veel beter omdat het sneller door micro-organismen wordt afgebroken. Te veel fijn materiaal zoals grasmaaisel en blad koekt echter aan elkaar waardoor er onvoldoende lucht in het geheel komt en de boel gaat gisten.
Gewoon tuinafval mag in grotere stukken van 20 cm verwerkt worden omdat dit gemakkelijker afbreekt dan snoeihout.
In de bokashi-container kan enkel klein materiaal gebruikt worden. Het kan dus als dusdanig ook op de composthoop.
Hoe de composthoop opbouwen?
Composteren houdt in dat keuken- en tuinafval op een stapel wordt samengesteld zodat de ontbinding van de materialen wordt bevorderd.
Het composteerproces wordt aangedreven door allerlei microscopische organismen (bacteriën, schimmels) die zich in jouw composthoop vestigen. De micro-organismen die voor de vertering zorgen van jouw organisch afval, hebben stikstof (= groenafval) en koolstof (houtachig afval) nodig. De verhouding tussen deze twee elementen moet in balans zijn.
Ideaal heb je 20 tot 30 eenheden koolstof op één eenheid stikstof. We spreken dan van een C/N verhouding van 20 tot 30. Het is dus belangrijk dat je min of meer weet wat de verhouding stikstof/koolstof is voor verschillende organische materialen die je composteert.
Koolstofrijke “bruine” materialen zoals stro, zaagsel, snoeihout, boomschors, bladeren, stengels van erwten en bonen hebben veel koolstof en weinig stikstof, de verhouding C/N ligt tussen 80 en 400. Stikstofrijke “groene” materialen zoals grasresten, groenteschillen en mest (geen huisdierenuitwerpselen) bevatten relatief veel stikstof. Hun verhouding C/N ligt tussen 10 en 17.
Klinkt dit ingewikkeld? Dat begrijp ik maar in de praktijk valt dit goed mee. Het enige wat je moet weten, zijn enkele basisrichtlijnen om jouw composthoop te laten koken.
Grootte van de composthoop
Maak je stapel minimaal 1 m breed, diep en hoog. Kleinere stapels worden mogelijk niet goed verwarmd, te grote stapels krijgen binnenin zuurstofgebrek en zijn moeilijk om te keren.
Vochtigheid
Voor de beste resultaten moet het vochtgehalte van een composthoop tussen 40 en 60 procent liggen. Met andere woorden, je stapel moet vochtig zijn, maar niet door en door nat.
Warmte
Terwijl ze organisch materiaal afbreken, genereren de micro-organismen die verantwoordelijk zijn voor composteren grote hoeveelheden warmte die de temperatuur in de stapel verhoogt en de ontbinding versnelt. Een “hete” stapel zal temperaturen tussen 50 à 60 °C produceren.
Zuurstof
Houd jouw stapel belucht door de stapel om te keren - zuurstof is nodig voor de micro-organismen. Dit is de reden waarom je de composthoop af en toe moeten keren. Indien je dit niet doet, zal er onvoldoende lucht in de composthoop aanwezig zijn en zal het organisch afval erg langzaam afbreken.
Ingrediënten
Om dus tot de ideale verhouding C/N van 30 te komen, moet je ervoor zorgen dat je koolstofrijke “bruine” materialen en stikstofrijke “groene” materialen goed worden afgewisseld. Je laag groen materialen en keukenafval moet veel dikker zijn dan de laag bruine materialen. Het gemakkelijkst is om wachthopen aan te leggen van groenafval en bruin afval en deze in de zomer of vroege herfst om te zetten naar een composthoop. Heb je zelf enkel wat keukenafval en grasmaaisel, ga dan wat stro of zaagsel halen van niet behandeld hout om mee in de composthoop in te werken. Gebruik ook de inhoud van de bokashi-container die extra veel micro-organismen bevat.
Opbouw composthoop.
Idealiter heb je dus 3 kompostbakken: 2 wachtbakken en 1 echte compostbak waar je de materialen in de juiste lagen aanbrengt.
Tips:
- Bouw je composthoop op in een moment dat het buiten warm is. Dan verteert alles veel sneller en heb je na een half jaar bruikbare compost.
- Bouw de composthoop op de aarde en begin met een laag bruin afval (stro of bladeren), niet op beton of harde ondergronden zodat het vocht kan wegvloeien.
- Zet je composthoop op waar hij uit de wind ligt en een beetje zon komt, zeker niet in de volle zon opzetten.
- Probeer zoveel mogelijk een goede C/N verhouding te behouden door de bruine afval en groene afval goed af te wisselen. Als de composthoop koud blijft, betekent dit dat er te weinig koolstofrijke afval aanwezig is. Als de compostering zeer traag gaat, betekent dit dat er te weinig stikstof in de composthoop aanwezig is.
- Werk altijd in dunne laagjes
- Lavameel strooien tussen de lagen is zeker meegenomen.
- Als de temperatuur daalt, de composthoop omzetten. Het materiaal dat compact op elkaar zit, moet met een mesthaak uit elkaar gehaald worden. We keren de composthoop als het ware om. Wat van buiten zit, komt onderaan en wat van binnen zit, komt aan de buitenkant.
- De compost moet mogelijks voor gebruik nog gezeefd worden om de houtsnippers die nog niet verteerd zijn eruit te verwijderen.
Goede compost ziet zwart, is los en kruimelig en ruikt niet vies!
Hoeveel compost moet er in de tuin worden aangebracht?
Dit is afhankelijk van verschillende factoren:
- Hoe gezond is de bodem? Wil je een onderhoudsbehandeling geven of moet de grond effectief opgepept worden?
- Hoe lang wil je tuinieren? Het volledige seizoen met verschillende teelten na elkaar of een korte periode?
- Wat wil je teelten? Sommige groenten hebben veel meer behoefte aan voeding dan andere groenten
- Welke bodemstructuur heb je? In zandgrond worden veel minder voedingsstoffen vastgehouden dan in leemgrond.
Een goede barometer is de groei van je planten. Als ze goed groeien en sterke planten worden, als je een mooie oogst hebt, geef je voldoende voeding. Als je echter dunne prei oogst of je aardappelen worden niet dik, dan weet je dat je onvoldoende meststoffen in de bodem ter beschikking stelt. Het is aan de meest behoeftige planten (zoals prei, kolen, tomaten, komkommers, paprika en aardappelen) dat je kan zien of je bodem in orde is.
Compost toevoegen
Als je klaar bent met het composteren, kun je het op elk moment van het jaar aan jouw tuin toevoegen zonder angst te moeten hebben dat je planten gaat verbranden. Het beste is om de compost twee tot vier weken voor het planten en zaaien toe te dienen. Hierdoor krijgt de bodem de tijd om de compost te integreren. Verdeel de compost over de aarde, inwerken is niet nodig. Met het bewerken van de grond (zaaien en planten) wordt dit automatisch gemengd met de bovenste centimeters tuinaarde.
Compost kan ook tussen de groenterijen worden aangebracht na het zaaien of planten maar voordien toedienen geniet toch mijn voorkeur! Bij het planten van zuiderse groenten zoals tomaten en komkommers, kan je rechtstreeks wat compost in het plantgat doen. Bij aardappelen kan je dat ook doen.
Compostthee
Een andere manier om compost toe te dienen, is door compostthee te zetten. Het is uiteraard niet om zelf te drinken! Maak compostthee door gelijke hoeveelheden compost en water te mengen en te laten staan. Nadat dit getrokken heeft, giet je de “thee” rechtstreeks op de grond rond jouw planten.
Als je het op kleinere zaailingen gaat gebruiken, verdun je het tot vier delen water tot een deel compost. Niet verdunde compostthee kan wel aanleiding geven tot verbranding van blad. Wat geweldig is aan compostthee, is dat je het gewoon kunt uitschenken en dat je geen tijd hoeft te besteden aan het bewerken van de grond. Het nadeel is dat, omdat je water hebt toegevoegd, de compost verdund is.
Wormenaarde versus compost
Iedereen die een tuin heeft, kan compost maken als je er tijd en plaats voor hebt. Afhankelijk van de tijd dat de composthoop bij jou ligt vooraleer deze gebruiksklaar is, bepaalt hoeveel voedingsstoffen en micro-organismen er nog in de compost aanwezig zullen zijn. Compost die meer dan een jaar ligt, heeft nog weinig voedingswaarde in zich en vervult dan louter de functie van bodemverbeteraar in de grond. In dit geval is het zeker aan te raden om aanvullend wormenaarde op de grond aan te brengen. Wormenaarde bevat voldoende meststofwaarde maar heeft vooral een rijk gamma aan mineralen en sporenelementen en bevordert de bodembiologie dankzij de aanwezigheid van duizenden gunstige bacteriën en schimmels.
Lees de volledige biologische moestuinieren gids in pdf
Lees de volledige biologisch tuinieren gids
Inleiding biologische tuinieren 1) Voordelen Biologische tuinieren 2) Planning en ontwerp van de tuin 3) Ken je tuingrond 4) Maak van composteren een succesverhaal! 5) Zaden oogsten, drogen en zaaien 6) Het verschil tussen soorten meststoffen: Organische mest, kunstmest en plantaardige mest 7) Het probleem van pesticide gebruik 8) Seizoensgebonden verzorging 9) Vruchtwisseling, een must voor elke moestuin en kas 10) Oogsten en oogst bewaren