Ken je tuingrond

Je kan stellen dat het realiseren van een gezonde tuingrond één van de belangrijkste concepten van biologisch tuinieren is. De grond is de basis waarop je tuinplanten groeien. Een goede of slechte bodem maakt het verschil tussen de plantengroei helpen of belemmeren.

De acht belangrijkste componenten van de grond zijn:

biologische-grond

De hoeveelheden van elk van deze componenten bepalen de bodemkwaliteit en of jouw planten zullen groeien en bloeien. Ideale tuingrond bestaat uit 25% lucht, 25% water, 40% minerale stoffen en 10% organisch materiaal. Het is donker gekleurd, ruikt zoet, perst zich in een losse klomp in je hand als het vochtig is en zit boordevol regenwormen. Dat is het uiteindelijk doel waar we naartoe moeten!

Bodemstructuur

De samenstelling van de bodem is in eerste instantie afhankelijk van je woonplaats. Woon je in de Kempen, dan heb je zandgrond. Woon je in West-Vlaanderen, dan heb je zware kleigrond. En daartussen liggen de variaties van zand-leem naar leem naar leem-klei.

Verschillen in de bodemstructuur

Afhankelijk van welke bodemstructuur je hebt, gaat de bodem beter water en dus ook voedingsstoffen kunnen vasthouden of juist niet vasthouden.

Een zandgrond op zich gaat geen water en dus ook weinig voedingsstoffen vasthouden voor de planten. Daarom dat een zandgrond zo snel weer uitdroogt na veel regen. Een kleigrond daarentegen gaat heel veel water vasthouden. Dit is ook niet ideaal want daardoor gaat de grond veel te nat zijn om te tuinieren. De beste bodemstructuur is dus zand-leem en lichte leem.

De bodemstructuur wijzigen?! Hoe?

bodemstructuur wijzigen

Is dit een goed idee? Op zich kan dit zonder dat je het milieu belast.

  • Zandgrond kan je verzwaren met bentoniet. Bentoniet kan je in zakken kopen en bevat kleimineralen. De bentoniet moet je mengen met de zandgrond waardoor de kleikorrels zich vermengen met de zandkorrels. Dit blijft heel erg lang in de bodem en zorgt ervoor dat je verrijkte zandgrond toch water en voedingsstoffen zal vasthouden voor de planten. Maximum 20 kg per are toedienen en zeer goed met de bestaande grond vermengen is essentieel.
  • Kleigronden kan je verlichten met lavagruis. Lavagruis is een fijn korrelig gesteente dat ervoor zorgt dat de zware kleigrond verlucht wordt. Ook dit moet in de grond ingewerkt worden en zal een blijvend effect geven. Lavagruis kan in één keer in de grond ingewerkt worden, hier hoef je geen rekening te houden met een maximum. Dit is verkrijgbaar in zakken of bigbags. Kleigronden zijn moeilijker te verluchten dan zandgronden te verzwaren.

Naast de grondsoort is ook de humus bepalend voor het vasthouden van voedingsstoffen en water. Voortdurend mulchen met organische materiaal zorgt dat je zand- en kleigrond met de jaren verbetert. Daar komen op het terug onder het punt ‘humus’.

Als je een perceel hebt met een moeilijke bodemstructuur en toch een moestuin wilt aanleggen, is toedienen van lavagruis of bentoniet een optie. Alhoewel hier ook kanttekeningen kunnen bijgeplaatst worden.

Ook voor je groentetuin kan je je planten kiezen in functie van de grondsoort. De keuze wordt daardoor wel beperkt maar je kan dit combineren met een groentebak waar je weer andere groenten in kan kweken.

Voor de siertuin wil ik afraden om de bodemstructuur te wijzigen. Je kan je plantenkeuze aanpassen aan de grondsoort en zo zonder problemen toch een siertuin aanleggen.

Kruiden daarentegen hebben luchtige, doorlatende grond nodig. Als je zware kleigrond hebt, kies dan om je kruiden te kweken in potten of in een plantenbak.

Bodemstructuur verbeteren door groenbemesting

Groenbemesters zijn planten die gezaaid worden op het moment dat geen andere planten op de bodem groeien. Het is belangrijk om de bodem steeds bedekt te houden om het actieve bodemleven te stimuleren. Groenbemesters zijn hiervoor ideaal. Er zijn vele soorten verkrijgbaar. Diep wortelende groenbemesters brengen met hun wortelstructuur meer lucht in de bodem. Ideaal om te gebruiken als de grond is vastgereden door bouwwerken of in geval van aangevoerde grond vooraleer er gras wordt gezaaid. Maar ook ideaal om te gebruiken op grond die als tuingrond dienst gaat doen. Hoe beter de grond verlucht is, hoe beter de planten nadien zullen groeien. De beste groenbemester is in mijn ogen Japanse Haver. Deze groenbemester is niet verwant met een groentesoort, je hoeft er dus geen rekening met te houden in je vruchtwisselingsschema. Het maakt veel bladmassa dus geeft nadien veel organische stof terug aan de bodem. Japanse haver wortelt diep en vriest af maar er blijft een strooisellaag achter dus ideaal!.

Rotsen en mineralen

Elke bodem heeft van nature mineralen die afkomstig zijn van het gesteente waaruit de bodem oorspronkelijk is ontstaan. In zandgrond is dat voor een groot deel kwarts, in kleigrond silicaten.

Door verwering komen de mineralen langzaam vrij in de bodem en kunnen ze door de planten worden opgenomen. Zo kan magnesium vrijkomen uit mineralen die aanwezig zijn in leem- en kleigronden. De voedingswaarde van mineralen is altijd een aanvulling op de organische bemesting via compost, wormenaarde of stalmest.

Twee groepen minerale meststoffen

  1. Er worden minerale meststoffen geproduceerd, afkomstig van natuurlijke oorsprong, die bedoeld zijn om specifieke tekorten in de plantenvoeding te dekken. We denken dan aan vinasse (kaliummeststof) dat gemaakt wordt uit een restproduct van de suikerfabrikage. Ook kalkmeststoffen behoren tot deze groep.
  2. Minerale meststoffen worden anderzijds gebruikt om de bodemstructuur te verbeteren (zie bodemstructuur). Typische voorbeelden zijn lavagruis, lavameel, basaltmeel, bentoniet en kalkmeststoffen. Heel belangrijk is de fijnheid van het gesteentemeel. Hoe fijner de mineralen, hoe sneller ze kunnen worden opgenomen door de plant en hoe beter ze werken.

Tip: Minerale bodemverbeteraars zoals lavameel en basaltmeel kunnen ook verstoven worden op de planten om de bladeren te versterken tegen schimmels en stress. Op die manier verhoog je tegelijkertijd het mineraalgehalte in de grond en de zuurtegraad. Houd daar rekening mee. Oenosan is een zeer fijne, gemicroniseerde kalkmeststof die als plantversterker wordt verspoten. Oenosan wordt opgelost in water.

Bodemleven

bodemleven in de tuin

Onder het woord ‘bodemleven’ verstaan we de aanwezigheid van nuttige bacteriën en gunstige schimmels in de bodem.

Dit bodemleven zorgt ervoor dat organisch materiaal dat we op de tuingrond aanbrengen snel wordt omgezet in voedingsstoffen voor de plant en dat er humus gevormd wordt. Hoe meer bodemleven, hoe beter en sneller het organisch materiaal wordt afgebroken dus hoe beter de humusvorming.

Hoe stimuleer je een actief bodemleven?

Nuttige bacteriën en schimmels krijg je niet in de grond als je enkel korrelmeststoffen gebruikt, zelfs niet als er bij de meststof nuttige micro-organismen zijn toegevoegd. Bacteriën en schimmels komen in de grond en vermenigvuldigen zich in de grond dankzij het organisch materiaal dat je aanvoert. Het gaat dan over compost, verteerd stalmest of paardenmest, gecomposteerd kleinvee mest en wormenmest. Als die organische basis niet aanwezig is, gaan de micro-organismen weer snel verdwijnen. De verleiding is groot om te denken dat je goed bezig bent als je korrelmeststoffen met micro-organismen strooit; je betaalt er veel voor maar uiteindelijk verandert het niets fundamenteel.

Wormenmest bevat het meeste bodemleven van de aangehaalde soorten en heeft in alle opzichten de voorkeur.

Humus

We zagen reeds dat de bodemstructuur mee bepaalt hoe goed water en voedingsstoffen voor een plant kunnen worden vastgehouden. Er is echter nog een tweede factor die beslissend is voor het vasthouden van water en voedingsstoffen en dat is humus. Humus kan je op eender welke bodemstructuur doen toenemen in de grond.

Hoe ontstaat humus?

Humus is het eindproduct dat overblijft als organische materiaal (zoals wortels, stalmest, stro, afgevallen bladeren, afgestorven onkruid enz...) volledig verteerd is.

Bij de omzetting van dit organische materiaal in de grond komen geleidelijk voedingsstoffen vrij voor de plant. Wat hiervan uiteindelijk overblijft is de humus. Humus is geen voedingsbron meer voor de plant maar verbetert de bodemstructuur. Humus kan net zoals klei meer water en voedingsstoffen vasthouden. De omzetting van organisch materiaal in humus gebeurt met behulp van nuttige bacteriën en schimmels. Zie bij actief bodemleven.

Zo spreekt men vaak van het klei-humuscomplex . Wat is dit precies?

In klei-humuscomplex hoor je twee woorden: klei en humus. Als je in de grond zowel klei als humus hebt, kunnen die twee componenten zich met elkaar verbinden en ontstaat het klei-humuscomplex, dit is ideaal!

Een zandgrond die veel humus bevat, kan dus vruchtbare tuingrond zijn ondanks dat er geen kleideeltjes in aanwezig zijn en geen klei-humuscomplex kan gevormd worden. Een zand-leemgrond die veel humus bevat, is ideale tuingrond want daar is zowel humus als klei aanwezig die zich met elkaar verbinden. Een zware kleigrond die veel humus bevat, bevat ook veel klei en is daardoor te weinig waterdoorlatend maar gaat luchtiger worden en meer bewerkbaar dankzij de aanwezigheid van humus.

Water

Planten groeien het beste als ze niet geremd worden in droge periodes of niet verzuipen in natte periodes. Daarom is het essentieel dat de vochtvoorziening in balans is. We hebben al gelezen dat dit zowel door de bodemstructuur als door de aanwezige humus bepaald wordt.

Lucht

Ja, jouw bodem bevat lucht en dat is heel essentieel! De hoeveelheid varieert per bodemsoort. Zand is sterk belucht en met klei is het precies het tegenovergestelde. Klei houdt heel veel water vast en bevat daarom weinig lucht.

Extra meststoffen ?

Tomaten kweken in serre of kas

Als je humus en bodemleven hebt, voorzie je al in de basisbehoefte voor een gezonde bodem en sterke plantengroei. Als je voortdurend mulcht, is het niet nodig om nog extra meststof aan de grond toe te voegen, ook niet op je gazon.

Extra meststof heb je nodig als je een intensieve teelt van bepaalde plantensoort doet op dezelfde plaats. Bijvoorbeeld je kweekt elk jaar tomaten in je kas op dezelfde plaats want je kas is maar klein en je wil veel tomaten. Zo geraakt die bodem dan uitgeput. Dus in eerste instantie is het belangrijk (om vele redenen) dat je in de groenteteelt aan teeltwisseling doet. Dit betekent dat je dezelfde planten maar om de 3 tot 4 jaar op dezelfde plaats laat terugkomen. Op die manier put je de grond niet uit, moet je dus niet extra bemesten en voorkom je ook vele ziekten.

Hoe gras of gazon bemesten

Het bemesten van het gazon wordt voortdurend beklemtoond. Hierdoor zouden we mos en onkruid kunnen vermijden. Dit verhaal lijkt heel logisch maar men verzwijgt een essentieel aspect. Door het toedienen van meststoffen, zowel organische handelsmeststoffen als chemische meststoffen, verzuren we de bodem en doden we de nuttige bacteriën en schimmels in de bodem af. Bij gebrek aan bodemleven verslechtert de bodemstructuur onder je grasmat. Daardoor kunnen de gegeven meststoffen niet worden vastgehouden (ze spoelen uit en vervuilen het milieu), water kan niet worden vastgehouden en de restanten van maaisel zorgen voor een viltlaag. Dit alles kan je omkeren in een positieve spiraal door het bodemleven onder de grasmat te activeren.

Hoe doe je dat? Stop met bemesten met korrelmeststoffen en begin met mulchmaaien. Mulchmaaiers zijn grasmaaiers die het gras in fijne snippers terug verspreiden over je gazon. Deze fijne stukjes gras worden door het bodemleven in een mum van tijd verteert en als voedingsstoffen teruggegeven aan de graswortels. Geen werk om je gras af te voeren, geen uitspoeling van meststoffen, geen viltlaag en toch voldoende voedsel voor je planten. Meer weten over maaien en mulchen?

Extra bodemleven onder je grasmat stimuleren? Mulch in het voorjaar het gazon (en ook de andere percelen) met een laagje wormenaarde. Wormenaarde bevat naast veel mineralen en sporenelementen, voeding en vooral heel veel nuttige micro-organismen. Daarna strooi je geen andere meststoffen meer en start je met mulchmaaien.

Chemische kunstmeststoffen bevatten teveel meststof van één bepaalde soort die de planten niet nodig hebben, die de planten ook niet kunnen opnemen en die uiteindelijk voor een groot deel uitspoelen en in ons drinkwater terecht komen. Bovendien zijn chemische meststoffen zuur en onttrekken ze daardoor vocht aan het bodemleven waardoor je bodemleven afsterft.

Wat wel of niet bemesten?

Groenten hebben niet allemaal evenveel meststof nodig en sommige groenten groeien zelfs beter zonder verse mest. Erwten, peulen, wortelen, uien en bladgroenten behoeven helemaal geen bemesting in het jaar dat ze geteeld worden en groeien beter op een perceel dat vorig jaar goed bemest is geweest.

Sommige groenten behoeven wel extra meststof (dat kan via compost, wormenmest en stalmest gegeven worden), hierbij denken we dan aan kolen, prei, aardappelen, tomaten, paprika’s en alle andere zuiderse groenten. Deze extra meststof is vaak zelfs overbodig als je aan teeltwisseling doet en het jaar rond mulcht.

Sierplanten kunnen zonder extra bemesting groeien als het inheemse planten betreft die op de juiste plaats geplant zijn. Ook hier is het belangrijk om het jaar rond te mulchen. Niet met boomschors maar met houtsnippers, gehakselde groene twijgjes of een mengeling van gras en blad.

De zuurheidsgraad van de bodem

Een andere belangrijke eigenschap die in orde moet zijn om planten goed te laten groeien, is de zuurheidsgraad van de bodem.

Wat is de zuurheidsgraad of pH waarde?

Om je een idee te geven, vergelijken we dit met andere stoffen. Azijn is heel zuur, evenals citroensap en zure regen. Ammoniak is zeer basisch. Zeer zure en zeer basische stoffen zijn gevaarlijke, bijtende stoffen.

Zuiver water heeft een neutrale zuurheidsgraad van 7 en is zacht van werking. De pH van jouw grond is een maat voor de zuurheidsgraad of alkaliniteit (basisch). Bodem pH is extreem belangrijk en heeft een directe invloed op het beschikbaar komen van voedingsstoffen voor de planten. De pH-schaal varieert van 0 tot 14, met 7 als neutraal. Getallen kleiner dan 7 wijzen op meer zure bodem, terwijl getallen groter dan 7 duiden op alkaliniteit.

Plantengroei afhankelijk van pH

De pH van een bodem is een van de omgevingsomstandigheden die de kwaliteit van de plantengroei beïnvloeden. Planten kunnen alleen voedingsstoffen opnemen die in water oplosbare vorm zijn. Als de pH van de grond te hoog of te laag is, zullen de benodigde elementen en verbindingen onoplosbaar blijven of niet in staat zijn om te worden opgelost. Met andere woorden, als de pH van de bodem niet in orde is, gaat de plant de meststoffen niet kunnen opnemen.

Planten hebben niet allemaal dezelfde zuurtegraad nodig!

De meeste tuingroenten, grassen en sierplanten doen het het beste in een lichtzure grond met een pH tussen 5,8 en 6,8. Binnen dit bereik kunnen wortels de beschikbare voedingsstoffen opnemen en verwerken. Azalea's, rododendrons, blauwe bessen en coniferen geven de voorkeur aan zure grond (pH 5,0 tot 5,5).

De pHwaarde moet dus geoptimaliseerd worden in functie van de planten maar ook in functie van de grondsoort. Een goede tuinbodem ligt van pH waarde tussen 5.5 en 7.5. Hoe lichter de grondsoort (bv zand), hoe lager de pH mag (moet) zijn. Zandgrond is al bruikbaar bij een pH van 4.6 terwijl zware klei pas bruikbaar is bij een pH van 6.5. Op zandgrond moeten we dus veel minder kalk verrijkende producten (bv lava) toedienen dan op zware kleigrond.

Gevolgen van een te lage pH

  • Gebrek aan opneembare fosfor en Magnesium
  • Meer uitspoeling van kalium en magnesium
  • Op kleigrond veroorzaakt een laag calciumgehalte een slechte structuur
  • Het bodemleven wordt geremd doordat schimmels in de bodem overmatig aanwezig zijn ten nadele van bacteriën.

Naargelang er meer humus in de grond aanwezig is, zullen de planten minder schade ondervinden van een te lage pH.

Gevolgen van een te hoge pH

  • Allerlei gebreksziekten: gebrek aan ijzer, mangaan boor, koper en zink omdat deze niet goed kunnen worden opgenomen uit de bodem.
  • Organische stof wordt te snel in de grond afgebroken, ook de humus wordt dan in versneld tempo afgebroken. Dit is vooral gevaarlijk op zandgrond. Dit komt omdat bij een te hoge PH de grond te rijk is aan bacteriën.

Hoe de pH-waarde van de bodem verhogen?

ph bodem verhogen met dolomieten kalk

Om zure grond te corrigeren, voeg je kalk toe. Dit wordt (be)kalken genoemd, waarschijnlijk omdat de meest voorkomende oplossing is om kalksteen toe te voegen.

Dolomietkalk en lavameel is aanbevolen boven zeewierkalk. Zeewierkalk wordt best vanuit ecologisch oogpunt vermeden, landbouwkalk is veel goedkoper maar niet aangewezen in de biotuin. Bovendien zijn de kalkdeeltjes van dolomiet veel fijner dan van landbouwkalk. Hoe fijner de kalkdeeltjes, hoe sneller deze werken.

Zoals reeds aangehaald, is de behoefte aan kalk verschillend naargelang de bodemsoort. De textuur van de grond, het organische gehalte en de te kweken planten zijn allemaal factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij het instellen van de pH-waarde.

Houtas is niet alleen een natuurlijke kaliummeststof maar bevat ook calcium en zal de pH van de bodem verhogen. Houtas uit de kachel kan dus zeker in de tuin gebruikt worden, tenminste als je onbehandeld hout verbrand hebt. Houd er wel rekening mee dat houtas snel wordt afgebroken in de grond. Vermijd dus grote hoeveelheden om onevenwichtigheden in de bodem te voorkomen.

Opgelet! Zeewierkalk is kalk die gemaakt wordt van kalkachtige skeletten van algen, die opgevist worden voor de Bretoense kusten. Vanuit ecologische hoek is dit geen aan te bevelen product. Door het veelvuldig gebruik van zeewierkalk wordt het bestand van koraalalgen op de zeebodem voor Bretagne bedreigd. De algen kunnen niet snel genoeg groeien in verhouding tot de ontginning. Dit leidt tot roofbouw. Een goede vervanger van zeewierkalk is dolomietkalk of lavameel. Dolomiet is een gesteente dat vermalen wordt en bevat naast calcium ook magnesium en spoorelementen die belangrijk zijn voor een goede plantengroei. Lavameel bevat eveneens veel essentiële sporenelementen en verhoogt de PH waarde. Ik ben een echte voorstander van lavameel. Dit product wekelijks verstuiven op de bladeren gedurende het hele seizoen geeft de planten een weerbaar blad. De verstoven lava komt dankzij de regen in de grond terecht en verhoogt op die wijze ook de PH waardoor je niet meer moet bekalken op de klassieke manier.

Als je het jaar rond mulcht met vochtige niet-houtige materialen, ga je het bodemleven activeren en gaat de Ph-waarde automatisch stijgen doordat de grote hoeveelheid bacteriën een basich slijm uitscheiden. De natuur reguleert zichzelf als onze bodem leeft.

Hoe de PH-waarde van de bodem verlagen?

In 2022 bleek uit bodemonderzoeken van de Bodemkundige Dienst dat meer dan 70 % van de gazons te veel kalk bevat. We zijn het zo gewoon om jaarlijks te kalken dat we er niet meer bij stil staan! Het is echter niet eenvoudig om op een ecologisch verantwoorde wijze de zuurtegraad te laten dalen. In de klassieke landbouw is dit niet zo’n probleem omdat de chemische meststoffen verzurend werken. Test dus eerst de PH-waarde van je grond vooraleer je kalkt of lavameel gebruikt.

Als je op een natuurlijke manier de Ph wilt verlagen, moet je veel mulchen met grof, droog en houtachtig mateiraal. Deze mulch is voeding voor schimmels die zuren uitscheiden.

Bodemonderzoek

Eigenlijk is het meestal niet nodig om een bodemonderzoek te laten uitvoeren. Bodemanalyses zijn vroeger ontstaan om aan de landbouwers het juiste bemestingsadvies te geven (is uitgedrukt in % van kunstmeststoffen) om een maximale productie eraan over te houden.

Voor ons als biologische tuinier is dit minder belangrijk. Als we ervoor zorgen dat er jaarlijks voldoende organisch materiaal in onze bodem terecht komt met voldoende bacteriën en goede schimmels, zullen we weinig problemen tegen komen. Het is een kwestie van alle bovengenoemde aspecten in rekening te brengen en je gaat zien dat de planten goed groeien. Op deze manier krijg je zeker en vast ook een mooie oogst en jaar na jaar leer je bij uit je ervaringen.

Tip: Kijk naar de beworteling van de planten. Als ze regelmatig vertakt zijn en vele haarwortels hebben, heb je een goede bodemstructuur. Zijn de wortels onregelmatig gevormd en hebben ze weinig zijwortels dan heb je een slechte bodemstructuur. Heb je een slechte bodemstructuur, zaai dan onze selectie groenbemesters die specifiek geselecteerd zijn om de bodem los te maken.

Kijk naar de spontane begroeiing van het perceel: als een bepaald kruid veelvuldig voorkomt en de grond is voordien niet bewerkt of bemest, kan dit je een richting geven over de zuurtegraad van de bodem. Spurrie, akkerviooltjes, echte en valse kamille, klaverzuring wijzen op een zure bodem; zwarte nachtschade, akkermelkdistel, kleefkruid, paarse dovenetel, reukloze kamille wijst op een neutrale bodem; hopklaver en ganzenvoet wijst op te basische grond.

Wanneer toch een bodemonderzoek laten uitvoeren?

Als je zeker wilt zijn van de juiste zuurtegraad en de hoeveelheid meststof (stikstof, fosfor en kalium) die in de bodem gebufferd ligt, kan je een bodemonderzoek laten uitvoeren. Dat overtuigt je misschien meer van het feit dat je niets moet doen behalve mulchen. De micro-organismen kunnen de gebufferde meststof terug vrijmaken als voedingsstoffen voor de plantenwortels.

Als je gebreksverschijnselen vaststelt aan je planten, dan heb je effectief een bodemprobleem. Dit wil niets zeggen over de aan- of aanwezigheid van voedingsstoffen maar vooral over de opneembaarheid van voedingsstoffen.

Wat je moet weten over een bodemanalyse!

  • Wat echt belangrijk is om te weten, is het humusgehalte in de grond. Dit bepaalt immers of de bodemstructuur goed is en hoeveel bodemleven er is.
  • De pH waarde ten opzichte van de grondsoort is ook belangrijk.
  • De verhouding tussen kalium en magnesium en calcium en magesium is belangrijk.
Bodemanalyse
Resultaten bodemanalyse

Lees de volledige biologische moestuinieren gids in pdf

Biologisch moestuin gids

Lees de volledige biologisch tuinieren gids

Inleiding biologische tuinieren

1) Voordelen Biologische tuinieren

2) Planning en ontwerp van de tuin

3) Ken je tuingrond

4) Maak van composteren een succesverhaal!

5) Zaden oogsten, drogen en zaaien

6) Het verschil tussen soorten meststoffen: Organische mest, kunstmest en plantaardige mest

7) Het probleem van pesticide gebruik

8) Seizoensgebonden verzorging

9) Vruchtwisseling, een must voor elke moestuin en kas

10) Oogsten en oogst bewaren