Kersenbomen

Een kersenboom kan last hebben van kersenvlieg en kersenluis. Kersenvlieg zorgt voor maden/ wormpjes in de kersen. Deze plaag is in opmars, elk jaar worden meer kerselaars getroffen door kersenvlieg. Dit kan aangepakt worden met feromoonvallen. Kersenluizen zijn de enigste bladluissoort die in kerselaars huizen. Kersenluis kan bestreden worden met larven van lieveheersbeestjes of larvan van Chrysopa.

... Lees meer
16 producten
Foto-tabel Lijst
Sorteer op
Kersenboom planten

Wanneer een kersenboom planten? De wintermaanden tussen december en maart zijn het beste geschikt om fruitbomen te planten. Zeker bomen met blote wortel moeten in deze periode worden geplant. Hoe je een fruitboom best plant, lees je hier.

Kersenbomen snoeien

Kersenbomen worden in de regel in de zomer gesnoeid na de pluk behalve als ze net zijn aangeplant. De wintersnoei bij kersen gebeurt enkel de eerste drie jaren na de aanplant. Daarna wordt er overgeschakeld naar de zomersnoei.

Wintersnoei bij jonge kersenboom

Een net aangeplante kersenboom krijgt begin maart zijn eerste vormsnoei. Deze vormsnoei doe je 3 opeenvolgende jaren en is uitermate belangrijk omdat je op deze manier de structuur van de boom bepaalt.

De centrale stam snoei je terug maar blijft minimum 80 cm hoog vanaf de entknobbel. Aan de centrale stam laat je 4 gesteltakken staan, de anderen snoei je weg. Kies de gesteltakken zodanig uit dat ze elk in een andere windrichting wijzen en op verschillende hoogtes ingepland zijn.

Het beste staan de gesteltakken met een hoek van 45° op de centrale as. Als deze hoek niet vanzelfsprekend is, kan je dit bekomen door de takken uit te buigen. De gekozen gesteltakken snoei je 1/4 tot 1/5 terug.

De volgende drie jaren snoei je de gesteltakken telkens terug in als ze sterk gegroeid zijn. Snoei de gesteltakken altijd op een naar buiten gericht oog zodat je een open kruin bekomt. De gesteltakken snoei je allemaal even lang.

Ook de harttak mag je terug insnoeien als deze gegroeid is. De harttak wordt 15 cm langer gelaten dan de gesteltakken en wordt juist boven een oog gesnoeid.

Je neemt kruisende scheuten, naar binnen gerichte scheuten en steil omhoog groeiende scheuten volledig weg. Zo behoud je een open kruin.

Je werkt er aan dat op elke gesteltak drie zijtakken gevormd worden, telkens naar buiten gericht. Nieuwe scheuten die je behoudt, worden horizontaal gebonden om het ontstaan van vruchthout te stimuleren. De eerste zijtak zit minimum 60 cm van de stam. Op de stam zelf mogen ook zijscheuten behouden blijven als ze hoog genoeg zitten ingeplant zodat er voldoende licht in de boom blijft vallen.

De kleine horizontaal gevormde scheuten behoud je, dat is vruchthout waar de kersen op zullen komen.

Zomersnoei bij kersenboom

Na 3 jaar schakel je over op een onderhoudssnoei. Vanaf nu snoei je enkel nog in de zomer als het nodig is. Alle steenvruchten worden na de oogst gesnoeid omdat de kans op schimmelaantasting op dat moment het kleinst is.

Voor laagstam kersenbomen moet er nog flink gesnoeid worden om te vermijden dat ze te groot worden. Half-en hoogstam kersenbomen mogen groot uitgroeien en worden minder gesnoeid.

Als de boom groot genoeg is voor jou, mogen alle nieuw gevormde scheuten van dat jaar op 4 cm worden terug geknipt. Kruisende, naar binnen gerichte takken en omhoog groeiende takken altijd blijven weg snoeien.

Meer weten over snoeien in het algemeen?

Waarom heb ik geen kersen aan mijn boom?

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je kersenboom geen kersen draagt.

  1. De kersenboom is nog te jong. Na aanplant duurt het minstens 4 jaar vooraleer de eerste kersen verschijnen.
  2. Weersomstandigheden zijn bepalend: de bloesems kunnen afvriezen maar ook regen of te droge lucht kan zorgen voor een slechte vruchtzetting.
  3. Bevruchting van de kersen bloesems is essentieel tenzij je een zelfbestuivend ras hebt. Zonder bestuiving geen kersen!
  4. Verkeerde snoei : kers mag niet overdreven gesnoeid worden, in principe neem je maximum 20 % weg. Bij te felle snoei heeft de boom zijn energie nodig om te herstellen en dit gaat ten koste van de kersenopbrengst.
  5. Hoe meer de gesteltakken horizontaal zijn afgebogen, hoe meer vruchthout er ontstaat en meer kersen de boom kan dragen. Snoei nooit het vruchthout weg want dan heb je ook geen kersen.
  6. Nummers

Hommels bestuiving

Bestuiving van de kersenboom

Als je veel kersen wilt plukken, is het noodzakelijk dat de kersenbloesems bestoven worden. Je hebt in principe twee kersenbomen nodig die ongeveer in dezelfde periode bloeien zodat er kruisbestuiving kan plaats vinden. Uitzondering hierop zijn de zelfbestuivende kersenbomen, deze bestuiven zichzelf. Meer weten over hoe bestuiving werkt?

Als je een biodiverse tuin hebt, krijg je waarschijnlijk vanzelf hulp van de hommels en bijen in je buurt. Alles weten over bestuiving, hommels en het verschil met bijen?

Heb je geen hulp van de bestuivende insecten, kan je bij Biogrowi een hommelkast kopen met levende hommels die voor jou het bestuivingswerk zullen doen.

Je zet de kast best op het moment dat de eerste bloesems verschijnen. Pruimen en kersenbomen bloeien eerst, gevolgd door peren en appelbomen. De hommelkast kan na bestelling worden afgehaald of je kan intekenen om ze bij jou te laten leveren.

Concrete data vind je bij Hommelkast +80 werkers.

Schadelijke insecten op kersenboom

Er zijn verschillende schadelijke insecten die je kersenoogst kunnen te niet doen. Hieronder bespreek ik de meest courante plagen.

Maden in de kersen

Heb je witte larfjes in de kersen? Dan kan je last hebben van kersenvlieg of van Suzukii fruitvlieg. Heb je maar één made per kers, dan heb je hoogstwaarschijnlijk kersenvlieg. Heb je meerdere maden per kers, is de kans groot dat je de Suzukii fruitvlieg hebt. Hier lees je de verschillen.

Wil je alles weten over kersenvlieg?

Alles weten over fruitvliegjes en de Suzukii fruitvlieg?

Om kersenvlieg te bestrijden, gebruiken we een feromoonval kersenvlieg.

Heb je een plaag van kersenvlieg, combineer de kersenvliegval de eerste jaren met grote, gele kleefplaten van 25 cm x 40 cm.

Gebruik je enkel gele kleefplaten, kan je deze combineren met een feromoonschijf. Gebruik maximum één feromooncapsule per boom.

McPhailval tegen kersenvlieg
McPhailval tegen kersenvlieg
Droso trap tegen Suzukii fruitvlieg
Droso trap tegen Suzukii fruitvlieg

Om Suzukii fruitvlieg aan te pakken, hang je vanaf maart tot in oktober-november een droso trap. Dit is een plastic val waarin je een vloeistof doet om de Suzukii fruitvliegjes te lokken: dit kan appelazijn zijn of Dros’attract.

Zwarte luis in kersenboom

De zwarte kersenluis Myzus cerasi komt vaak voor op zoete kers, ook zure kers kan worden getroffen. De zwarte kersenluis zuigt plantensappen uit de bladeren en jonge scheuten van de kersenboom. Bij zoete kers krullen de bladeren om en kunnen ze bij een ernstige aantasting vergelen en zelfs afvallen. Bij zure kersen krijgen we geen krulling. Ten gevolge van de zuigschade van de bladluizen blijven de kersen kleiner. Andere fruitsoorten worden niet getroffen door deze bladluissoort.

Kersenluis trekt enorm veel mieren aan, meer nog dan andere luizensoorten. De mieren houden van de plakkerige honingdauw die bladluizen uitscheiden. Daarom bekloppen ze de mieren (wat melken wordt genoemd) en beschermen ze de bladluizen tegen hun natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes die de bladluizen opeten.

Oorworm

Wat te doen tegen zwarte kersenluis?

  1. Bevestig vanaf eind februari-begin maart een boomlijmband rond de stammen van je fruitbomen. Zo vermijd je dat de mieren in de boom kunnen klimmen. Zonder mieren kunnen de natuurlijke vijanden van bladluizen veel beter hun werk doen.
  2. Heb je onvoldoende natuurlijke helpers, kan je larven van lieveheersbeestjes of larven van gaasvlieg kopen. Ze eten allebei veel bladluizen. Zet de nuttige insecten uit zo vlug je de kersenluis vaststelt; zo krijg je de bladluispopulatie snel onder controle.
  3. Hang mezenkastjes zodat je volgend jaar hulp krijgt van de meesjes.
  4. Oorwormhuisjes zijn altijd zinvol omdat oorwormen alleseters zijn. De oorwormen komen pas begin juni bovengronds en zijn in die zin laat aanwezig om de zwarte kersenluis aan te pakken. De kersenluispopulatie is namelijk op haar hoogtepunt tussen eind april en begin juni. In de zomer vliegen de kersenluizen naar kruidachtige planten zoals Galium en Veronica om in de herfst terug te keren om wintereitjes af te leggen op de kerselaar. Meer weten over oorwormen?
  5. Verhoog de biodiversiteit in je tuin om zoveel mogelijk nuttige insecten aan te trekken zoals zweefvliegen, sluipwespen, galmuggen enz. Meer lezen over biodiversiteit?

Schade kleine wintervlinder

Kleine wintervlinder in kersenboom

De kleine wintervlinder vliegt van eind oktober tot half januari. De bevruchte vrouwtjes leggen eitjes op de kale takken van loof- en fruitbomen rond de knoppen of in wonden van het hout. In het voorjaar zie je de typische vraatschade aan de groeiknoppen en bladeren. De kersen worden in een later stadium aangevreten door de rupsen.

Als je er weinig last van hebt, bestrijd ze dan niet! In het voorjaar zijn de rupsjes van de kleine wintervlinder de eerste rupsen die verschijnen. Het is vroeg eiwitrijk voedsel voor vele vogels.

Ingeval van overlast kan je gebruik maken van een feromoonval kleine wintervlinder en boomlijmbanden.

Fruitspintmijt en kersenroestmijt

Zowel fruitspint als roestmijten zuigen plantensappen uit de bladeren. Daardoor krijgen de bladeren een doffe kleur. Ingeval van roestmijten zie je een roestbruine verkleuring aan de onderkant van de bladeren. Beide mijten komen vooral voor als kersen in kas gekweekt worden. Buiten kunnen ze enkel in hete zomers een plaag worden.

Alles weten over fruitspintmijt?

Meer weten over roestmijten?

Hoe spint en roestmijt voorkomen op kers?

De beste remedie is kweekzakjes met roofmijten Andersoni-breeding-system op te hangen. Deze zakjes bevatten de roofmijten Amblyseius Andersoni in verschillende stadia. Daardoor komen de roofmijten langzaam vrij uit de zakjes en geven ze de boom 6 weken bescherming. Had je vorig jaar een grote aantasting, begin dan preventief met kweekzakjes.

Wordt je verrast door een zware aantasting, gebruik dan de strooikoker Amblyseius Andersoni. De roofmijten in de strooikoker komen allemaal tegelijk vrij bij het uitstrooien waardoor er een veel groter leger aan roofmijten is om de spint- en roestmijten onmiddellijk aan te pakken.

Schimmels op kersenboom

Er zijn verschillende schimmels die de kersenboom kunnen treffen. Vooral bij regenweer hebben de schimmels vrij spel. Bloesems kunnen rotten, bladeren en/of kersen krijgen bruine vlekken, kersen rotten…. Al deze schimmels dringen via wonden de kersenboom binnen en kunnen zo zich uitbreiden.

Eémaal de schimmel er is, moet je zo snel mogelijk de bladeren opruimen, aangetaste vruchten verwijderen en takken terug snoeien tot op het gezonde hout.

Beter is om preventief te werken met Oenosan. Oensoan werkt plantversterkend en schimmelwerend als je het vanaf de bladvorming om de 2 à 3 weken vernevelt over de bladeren. Houd dit vol tot na de pluk. Preventief en consequent toepassen is wel een vereiste.

Na de pluk geef je de kersenboom een onderhoudssnoei. Op die manier geef je de schimmels de minste kans.

Wil je precies weten welke schimmel je hebt, lees dan zeker verder…

Bladvlekkenziekte op kersenboom

Tijdens natte zomers zorgt de schimmel Gnomonia leptostyla voor zwarte plekken op de bladeren en vervolgens bladval.

Gebruik oenosan

Schurft op kersenboom

Schurft zorgt voor kleine fluweelachtige donkere vlekken op de kersen. De vlekjes zijn maar 1 à 2 mm groot. Aangetaste vruchten kunnen barsten en indrogen. Na de kersen kunnen ook bladeren doffe vlekken krijgen.

Behandel de boom preventief met Oenosan vanaf de bloei tot aan de oogst om de 2 à 3 weken.

Tak- en bloesemsterfte op kersenboom

In vochtige voorjaren kunnen bloesems en jonge bladeren bruin verkleuren. Ze blijven bruin aan de takken hangen. Hierop ontstaat na verloop van tijd een grijsbruine schimmel. Die schimmel groeit verder waardoor twijgen gaan afsterven. Als er niet wordt ingegrepen, gaan ook de kersen bruine vlekken krijgen.

De aangetaste takken moeten zo snel mogelijk worden terug gesnoeid tot op het gezonde hout. De besmette takken verwijderen van het perceel en snoeigereedschap ontsmetten.

Kersen rotten

Het rotten van de kersen, ook Monilia vruchtrot genoemd, is het gevolg van vochtig weer. Vooral als de kersen rijp zijn en het regent verschillende dagen na mekaar, gaan de vruchten barsten door het vocht en rotten. Op de rotte vruchten zie je concentrische ringen van witgele sporenhoopjes

Gomziekte

Gomziekte op kersenboom

Gomming geeft een kleverige, papperige massa die uit de stam of takken loopt. De vruchten kunnen harde, bruine plekken krijgen door inwendige gomvorming. Dit komt vooral voor bij kers en is het gevolg van een onevenwichtige groei.

Oorzaken van gomming: teveel stikstofbemesting, verkeerd tijdstip van snoeien of teveel snoeien, slechte bodemstructuur, te natte grond of te zure grond. Gomming kan ook ontstaan ten gevolge van een bacterie die bacteriekanker veroorzaakt.

Wat kan je doen tegen gomziekte?

Zorg voor een goede bodemstructuur bij de aanplant. De kersenboom heeft de eerste 10 jaren weinig meststof nodig. Geef enkel wormenaarde of verteerde compost.

Snoei nooit meer weg dan 20% van de boom en snoei altijd na de oogst van de kersen in plaats van in de winter.

Bij een effectieve aantasting: snoei het aangetaste hout weg tot 10 cm onder de gomplek. Ingeval de stam gomt, zaag de aangetaste schorsdelen weg en dek af met Lac balsem zodat de wonden zich sneller kunnen herstellen.

Hagelschotziekte op kersenboom

Er verschijnen geelbruine vlekjes op de bladeren die er na een tijd uitvallen. Zo krijg je bladeren met gaatjes, vandaar ook de naam hagelschotziekte. De kersen krijgen ronde ingezonken plekjes. De oorzaak is een schimmel, bacterie of virus.

Behandel de bomen vanaf het knopstadium met Oenosan en herhaal dit elke 2 tot 3 weken tot in de herfst. Heeft de ziekte toch toegeslagen? Verwijder onmiddellijk alle afgevallen bladeren en spuit met spuitzwavel.

Bacteriekanker op kersenboom

Bacteriekanker op kersenboom

Een zeer ernstige ziekte die veroorzaakt wordt door de Pseudomonas syringae bacterie. De aantasting ontstaat ook hier via verwondingen. De boom reageert met gomvorming om de bacterie naar buiten te duwen.

Gezien het ook hier om een wondparasiet gaat, is het erg belangrijk om de kersenbomen na de oogst te snoeien.

Loodglans op kersenboom

Loodglans geeft een grijsgroene glans op de bladeren, het lijkt dat de bladeren een loodkleur krijgen. Behalve de bladeren worden ook takken aangetast; deze worden binnenin bruin of violet gekleurd. Soms zie je een paarse schimmel groeien op de takken of stam.

Loodglans wordt veroorzaakt door de paarse korstmos. Deze schimmel lijkt op elfenbankjes maar is veel kleiner. Aan de onderkant is de paarse korstmos bruin/paars en aan de buitenkant paars met een wit donzig randje. Deze schimmel verspreidt zijn sporen bij vochtig weer in het najaar en de winter. Komen de sporen in een wonde terecht, kan de infectie plaats vinden. Enkel dood en gesnoeid hout kan worden aangetast door loodglans.

Wat te doen tegen loodglans op kersenboom?

De beste preventie is om de kersenboom onmiddellijk na de pluk te snoeien in plaats van in de wintermaanden. Doe dit bij droog weer zodat de snoeiwonden snel dicht kunnen groeien. In de voorzomer en zomer maakt de paarse korstmos geen sporen.

Dek de snoeiwonden en andere wonden af met Lac Balsem om het dichtgroeien te bevorderen.

Heeft je kerselaar al loodglans, dan kan je best de volledig boom rooien. Meestal zit de schimmel ook in de stam. Als je de boom laat staan, is de kans groot dan andere bomen worden besmet.

Al het hout moet worden afgevoerd of verbrand als dat nog toegelaten is. Ontsmet je snoeigereedschap grondig met alcohol of spiritus.