Druiven planten
Druiven zijn oorspronkelijk afkomstig van het Middellands zeegebied. Ze hebben dus graag warm weer en een luchtige, goed doorlaatbare grond. Met Zuiderse druivenrassen ga je hier geen succes hebben. Gelukkig zijn er verschillende variëteiten die aangepast zijn aan ons klimaat.
Welke druif planten?
De top 3 voor wijndruiven:
- Vitis vinifera Solaris: een witte druif die al vanaf half augustus begint te rijpen en goed resistent is tegen meeldauw.
- Vitis Johanniter: eveneens een witte druif die rijpt rond half oktober, winterhard en bestand tegen meeldauw.
- Vitis vinifera Regent: een blauwe druif die rijp is in september, ook winterhard en resistent aan valse en echte meeldauw.
De top 3 voor eetdruiven of tafeldruiven:
- Vitis Boskoop glory: gemakkelijke blauwe buitendruif die rijpt in september en oktober. Zelfs in een koude zomer geeft het zoete druiven.
- Vitis Vroege van der Laan: witte druif die rijpt in september, beste keuze als witte eetdruif voor ons klimaat.
- Vitis Bianca: witte druif die afrijpt in augustus-september en resistent is tegen meeldauw. Tafeldruif die ook heel geschikt is om wijn van te maken.
De top 4 voor pitloze druiven:
- Vitis vinifera Himrod: groengele druif die ook in ons klimaat goed afrijpt in september-oktober.
- Vitis vinifera Vanessa: lichtrode druif, rijpt goed af in september, goed resistent tegen meeldauw.
- Vitis vinifera Venus: beste wijndruif, rijp vanaf september, vrij resistent tegen schimmels.
- Eddy’s blue wonder: blauwe druif, rijpt september-oktober
Waar druiven planten?
Druiven vragen een zonnige plek, dit kan tegen een muur of een schutting, aan een pergola of onder glas zijn. Voorzie minstens 2 m breedte en 2 m hoogte per druivenstok. Tegen een muur of onder glas kan je eetdruiven kweken terwijl buiten in volle grond meestal wijndruiven geteeld worden. In elk geval moet de druif geleid worden, ze kan niet zonder steun groeien.
Heb je een plaats met minder zon? Kies dan voor Boskoop glory of Bianca, deze druiven rijpen gemakkelijk en hebben met 4 u zon per dag voldoende. Meer zon is echter beter, ook om schimmels te vermijden!
Druiven hebben geen specifieke voorkeur voor een bepaald bodemtype. Dus zowel zand-, zandleem of leemgrond is mogelijk. Wel is het essentieel dat de bodemstructuur optimaal is met andere woorden voldoende lucht- en waterdoorlatend met veel organische stof (humus).
Druif planten in de tuin
Waar je de druivelaar ook plant, er is altijd een steun nodig om hem aan op te binden.
Heb je geen schutting of muur, dan kan je de druivenstokken ook in volle grond planten. Maak dan eerst een raamwerk met palen die je 3 m uit elkaar plaatst. Hieraan bevestig je de leidraden op een onderlinge afstand van 25 cm. De laagste draad komt 70 cm boven het maaiveld (bovenkant van de grond).
Zorg dat een grondstrook langs de draden luchtig en goed doorlaatbaar is. Natte en verdichte grond is nefast voor druivenstokken, hierdoor kunnen ze zich niet goed ontwikkelen en krijgen ze snel meeldauw.
Stappenplan om druivenstokken buiten te planten:
- Maak vooraf de wortels van de druivelaar goed vochtig.
- Maak een plantgat dat tweemaal zo groot is als de oorspronkelijke wortels. Doe hierin een beetje verteerde compost of wormenaarde.
- Plant de druivenstok net iets dieper als in de pot waarin hij stond. Ingeval van blote wortel, plant de druivenstok net iets dieper dan hij op de kwekerij stond.
- Doe het plantgat stapsgewijs terug dicht en druk regelmatig de grond goed aan.
Wanneer druiven planten?
Planten met blote wortels kunnen tussen november en eind februari gepland worden. Plant de druif liefst vooraleer de vorst toeslaat. Zo krijgt de plant de kans om nog aan te slaan voor de winter begint. Planten in pot kunnen nog tot en met maart gepland worden.
Druiven in potten planten?
Je kan een druivelaar een tijd in een pot houden maar de wortels zullen snel te weinig plaats hebben en druiven oogsten zal moeilijk worden. Je moet kennis van zaken hebben om druivelaars in pot te kweken. Het gebeurt professioneel wel maar men geeft dan dagelijks via bevloeiingsdarmpjes de nodige chemische bemesting en de juiste hoeveelheid sporenelementen.
Sommige mensen willen geen druiven oogsten maar planten ze in potten als decoratie. Dat is uiteraard altijd mogelijk. Kies dan voor een ruime pot van minstens 50 cm diameter. Vul deze onderaan met hydrokorrels en zorg dat het overtollige water kan wegvloeien. Maak een mengsel van 1/3 potgrond, 1/3 wormenaarde, 1/3 metserszand en een handvol lavameel. Vul de pot met dit mengsel terwijl je de wijnstok in de pot recht houdt.
Druiven water geven
In het algemeen hebben tafeldruiven meer water nodig dan wijndruiven.
De hoeveelheid water die je aan de wijnstokken geeft in wijngaarden, beïnvloedt de zuur-suikergehaltebalans. Dit is een belangrijke factor voor de wijnkwaliteit. Als je het aan de boeren vraagt, zullen ze je een verschillend antwoord geven.
Wat de tafeldruiven betreft, er zijn enkele kritieke fases waarin de druivelaar water nodig heeft:
- Tijdens het openen van de knoppen: meestal is er op dat moment nog voldoende water dat uit de ondergrond kan worden genomen. Kweek je een druivelaar onder glas, dan moet je deze periode wel wekelijks of om de twee weken water geven.
- Periode van bloei tot vruchtzetting: als het te droog is, kan je best om de twee weken water geven aan de druivelaar. Ook onder glas blijf je nog water geven om de twee weken.
- De periode dat de bessen dikken: water kan leiden tot dikkere bessen maar je moet hier ook opletten met meeldauw. Teveel water geven leidt immers tot schimmel. Ik zelf geef onder glas geen water meer tijdens deze periode. Mijn ervaring is dat vooral het dieven van de bladeren en het krenten van de trossen voor dikkere bessen zorgt.
- Rijping van de druiventrossen: deze periode geef je best geen water meer. Teveel water kan leiden tot slechte afrijping en meer schimmels.
Als je de druivelaars teveel water geeft of het water niet uit de pot kan lopen ingeval van een druivelaar in pot, zorgt dit voor bladvergeling en slechte groei. Op termijn leidt dit ook tot wortelrotting.
Druiven snoeien
Serredruiven of kasdruiven krijgen in december hun wintersnoei. Openluchtdruiven worden tot eind februari gesnoeid bij droog en vorstvrij weer. Later snoei remt de groei terwijl een vroege snoei voor grotere bessen zorgt.
Wintersnoei bij druiven
Er zijn verschillende snoeitechnieken die per land of druivensoort verschillen. De meest bekende zijn de Cordon snoei en Guyot snoei.
CORDON SNOEI
Het voordeel van deze snoei is dat de horizontale gesteltak behouden blijft waardoor de druivelaar meer reserve kan opbouwen en beter bestand is tegen vorst. Pas na 5 jaar moet de horizontale gesteltak vervangen worden door een nieuwe gesteltak.
Tijdens de wintersnoei worden alle scheuten van het vorige jaar verwijderd en teruggesnoeid op 2 tot 3 ogen. De nieuwe scheuten waar zich geen trossen op gevormd hebben, mogen in de loop van het seizoen worden verwijderd. Zorg ervoor dat de nieuwe scheuten aan de bovenzijde van de gesteltak uitlopen.
GUYOT SNOEI
De Guyot snoei zie je toegepast als je door de wijngaarden in Frankrijk rijdt maar ook in België en Nederland wordt deze methode toegepast door de wijnboeren. Je hebt korte horizontale leggers die jaarlijks wordt vervangen. Zo bekom je stevige eenjarige twijgen. Het aantal druiventrossen is beperkt en de bessen zijn daardoor groter.
Je kan werken met één gesteltak of met twee gesteltakken. Men spreekt dan van de enkele of de dubbele Guyot snoei. Bij de dubbele Guyot snoei wordt de tweede twijg niet ingekort op 2 ogen maar evenlang gehouden als de eerste twijg. Beide twijgen worden in maart aangebonden: de ene links en de andere rechts. Hoe je daar komt, lees je in verschillende stappen hieronder.
Bij de enkele Gyout methode staan de druiven 1 tot 1.5 m uit elkaar. Bij de dubbele Guyot methode moet er 2 m afstand tussen de planten worden gelaten.
Snoei eerste jaar:
- Het eerste jaar haal je alle scheuten die op de ent ontstaan weg behalve één scheut. Dat is je hoofdscheut.
- Dieven haal je weg of je laat per dief 1 tot 2 bladeren staan.
- De hoofdscheut kort je tijdens de wintersnoei in tot 60 cm boven het maaiveld.
Snoei tweede jaar:
- Je laat de twee bovenste scheuten staan, alle anderen haal je weg. Deze laat je verder groeien.
- Je haalt net zoals het eerste jaar de dieven die ontstaan weg of snoeit ze terug op 2 bladeren.
- De behouden scheuten buig je af naar links en naar rechts en maak je vast aan een leidraad
- Eind april knip je de horizontale gesteltakken op de gewenste lengte.
Snoei derde en daaropvolgende jaren:
- Knip eerst de oude (tweejarige) tak met verticale groeiende twijgen weg. (1)
- Laat twee stevige (dikke) eenjarige twijgen aan het begin van die meerjarige tak staan. (2)
- Knip één van die eenjarige twijgen in op 6 tot 8 knoppen of ogen. (3)
- Knip de andere eenjarige twijg in op 2 knoppen/ogen. (4) of behoud ook 8 knopen als je de dubbele Guyot methode wilt toepassen.
- In februari of maart wordt de lange twijg (of twee lange twijgen) met 8 ogen horizontaal vastgemaakt. (5)
- In mei of juni dun je de verticale scheuten uit die op de horizontale tak zijn gegroeid. Elke scheut kan 1 of 2 trossen dragen. Na het verwijderen van de overtollige scheuten groeien de trossen beter uit. (6)
GORDIJNSNOEI
Dit is een snoei zoals bij de cordon snoei maar de horizontale gesteltakken liggen op 2 m hoogte. De uitlopers groeien dan naar beneden in plaats van naar boven. Dit is een vrij nieuwe methode die vooral gebruikt wordt bij rassen die hangend groeien.
Zomersnoei bij druiven
Eenmaal de trossen zich gevormd hebben, worden de twijgen tot 5 bladeren boven de tros teruggesnoeid.
De in de bladoksel gevormde dieven mogen verwijderd worden. Het is belangrijk om telkens de overtollige groei van dieven en scheuten weg te halen zodat er voldoende energie naar de druiventrossen gaat.
Begin juli kunnen alle bladeren en dieven ter hoogte van de druiventrossen worden verwijderd zodat de trossen beter in het licht en de wind komen te hangen. Doe dit niet als het extreem warm is want dan bestaat er kans op verbranding van de trossen.
Tips en tricks bij het snoeien van druiven
- Snoei nooit bij temperaturen lager dan -3°C. De dagen volgend op de snoei mag het ook niet kouder worden. Anders kunnen de wonden invriezen.
- Maak zo klein mogelijke snoeiwonden.
- Snoei net boven een knop.
- Knip niet in ziek hout maar knip dieper in gezond hout en verwijder zieke takken.
Druiven krenten
Als je dikke druiven wilt oogsten, is het nodig om de druiventrossen te krenten. Hiermee wordt bedoeld dat je de bessen in de tros gaat uitdunnen.
Druiven krenten doe je met een druivenschaartje. Er zijn verschillende types op de markt maar kies voor een schaartje met dunne punten. Hiermee kan je het beste de tros uitdunnen zonder andere bessen te beschadigen.
De druiventrossen moeten zo danig gedund worden dat je na het knippen letterlijk door de tros kan kijken. De bessen mogen elkaar niet meer raken. Vooral binnenin de tros moet er flink geknipt worden.
Krenten doe je op het moment dat de bessen lichtjes tegen elkaar groeien. Wacht niet tot de bessen elkaar bijna verpletten want dan wordt krenten een moeilijke klus.
Als de trossen goed gekrent zijn, heb je later ook minder last van barstende of beschimmelde druiven.
Bestuiving van druiven
Het bestuiven van druif gebeurt in principe door de natuur. Bijen, hommels, zweefvliegen en andere bestuivende insecten zorgen voor een rijkelijke oogst door de druif te bestuiven.
Druivenplanten zijn zelfbestuivend, je hebt dus maar één plant nodig om druiven te oogsten.
Heb je geen nuttige bestuivers in je buurt, kan je bij Biogrowi een hommelkast kopen met levende hommels. Deze hommelkast blijft 6 tot 8 weken actief als er voldoende stuifmeel in je omgeving aanwezig is. Hommels gaan behalve druiven ook andere fruitsoorten en groenteplanten bestuiven.
Wil je meer lezen over hommels?
Wil je praktische informatie over onze levende hommelkast en de leveringsmomenten?
Druiven bemesten
Druiven willen graag kalkrijke, luchtige grond met veel humus. Controleer of de zuurtegraad van je bodem goed is. De ideale zuurtegraad is afhankelijk van het bodemtype. Zand, zandleem, leem of kleigrond vragen een andere zuurtegraad. De meeste hobbytuinen zijn teveel bekalkt dus geef geen extra kalk als het niet nodig is. Meer weten over de zuurtegraad?
In plaats van te kalken met zeewierkalk, kan je kiezen voor lavameel. Waarom?
Lavameel ontzuurt de bodem maar geeft vooral ook veel mineralen en sporenelementen aan de grond waar de druiven erg blij met zijn. In plaats van lavameel te strooien, kan je tijdens de groei van de druiven het lavameel over de planten verstuiven. Twee vliegen in één klap: je versterkt de druivenbladeren tegen schimmels en uiteindelijk komt met de regen de lavameel ook in de grond terecht.
Behalve een kalkrijke grond hebben druiven behoefte aan humus. Je kan de ondergrond humusrijk maken door jaarlijks te mulchen met zelfgemaakte compost, verteerd dierlijk mest (geen vers mest gebruiken) of wormenaarde. Wormenaarde bevat naast organisch materiaal een massa aan sporenelementen, mineralen, gunstige bacteriën en schimmels. Deze micro-organismen zorgen voor een levende bodem waardoor de voedingsstoffen (stikstof, fosfor en kalium) die in onze bodems zijn opgeslagen door het veelvuldig bemesten, kunnen worden vrijgemaakt. De bodem vraagt dus geen extra meststoffen want die zijn reeds overvloedig in de ondergrond aanwezig maar micro-organismen die deze voedingsstoffen kunnen omzetten tot opneembare voeding voor de plantenwortels.
Meer weten over ons bodemverhaal
Plagen bij druiven
Er zijn tal van insecten die schade kunnen berokkenen aan druiven. Dit geldt zowel voor druiven die in kas gekweekt worden als buitendruiven. We zetten hier de belangrijkste schadelijke insecten die op druif kunnen voorkomen, even op een rijtje voor jou!
Wormpjes in druiven
Beginnen je druiven te druipen of te rotten? Dan kan je last hebben van de trosrups of van de Suzukii fruitvlieg. De larfjes bevinden zich in de bessen en blijven daardoor onopgemerkt tot het sap uit de druiven loopt. Beide rupsen eten immers de bessen van binnenuit leeg. Met een geoefend oog kan je de schade snel zien dankzij de inboorgaatjes die littekens nalaten op de bessen.
De trosrups is afkomstig van de Europese druivenbladroller Lobesia botrana en heeft verschillende generaties per jaar. De Suzukii fruitvlieg is een Aziatisch fruitvlieg die sinds 2011 bij ons voorkomt. Ze kan zich op zoveel fruitsoorten en wilde planten voortplanten waardoor ze het jaarrond actief is.
Beiden kunnen de druivenoogst op korte tijd volledig vernielen. Het is belangrijk om te weten welk plaaginsect je hebt omdat de bestrijding verschillend is.
Hoe de trosrups en Suzukii fruitvlieg van elkaar onderscheiden?
- Soms zie je het rupsje toevallig aan de buitenkant van de druif. Als het zich bij aanraking laat vallen aan een zijden draadje, gaat het om de trosrups.
- De trosrups tast ook de bloemen en vruchtbeginselen van de druiven aan, de fruitvlieg doet dit niet.
- Ingeval van fruitvlieg zie je de vliegjes rond de trossen zwermen.
- Vang je motjes in de feromoonval trosrups dan weet je met zekerheid dat je trosrups hebt.
Alles weten over de trosrups en hoe de trosrups biologisch te bestrijden?
Meer info over fruitvliegjes en de Suzukii fruitvlieg?
Maatregelen om Suzukii fruitvliegjes te weren in wijngaarden
- Laat geen bessen op de grond liggen na het krenten van de trossen. Je kan een zeil onder de druiven leggen vooraleer je begint met krenten.
- Hang droso traps op gevuld met Dros’attract vanaf er druiventrossen gevormd zijn dus voor ze beginnen te rijpen. Zo vang je vroegtijdig de Suzukii fruitvliegjes weg uit je omgeving.
- Verwijder al het beschadigd fruit ten gevolge van schimmels of krenten van de trossen. Beschadigd fruit geeft een gistgeur en trekt de fruitvliegjes aan.
- Heb je al aantasting, doe al de besmette bessen in een afgesloten plastic zak en leg deze verschillende dagen in de zon zodat de larfjes sterven van de hitte.
- Doe geen fruitresten op de composthoop.
- Blad- en houtafval in de wijngaard zorgt voor schuilplaatsen voor de vliegjes. Ze houden van vochtige, schaduwrijke plekken.
- Wilde planten met bessen zoals braam, vlierbes, vossebes, cornus, kamperfoelie of rozebottels zorgen ervoor dat Suzukii fruitvliegjes bij afwezigheid van fruit toch kunnen overleven.
Taxuskever bij druif
De taxuskever is een kleine nachtkever wiens aanwezigheid je vooral herkent aan de typische bladschade die de kever veroorzaakt. De golfvormige hapjes die ze uit sappige bladeren van sierplanten, druiven of aardbeiplanten knabbelen, vallen direct op. De grootste schade wordt echter aangericht door de witte larven van de taxuskever die de wortels van de planten kapot vreten. Als je last hebt van taxuskever, is het belangrijk om de larven in de grond te bestrijden zodat de druivenwortels niet afsterven.
Wil je zeker zijn dat je taxuskever hebt? Leg dan proppen krantenpapier rond de druivenstam. De kevers schuilen overdag op donkere plaatsen en zullen zich met plezier verstoppen in het gekreukte papier.
Alles weten over de taxuskever en hoe je deze biologisch kan bestrijden?
Spint op druiven
Druiven kunnen belaagd worden door verschillende spintmijten. Kasdruiven zijn erg gevoelig aan kasspint terwijl buitendruiven eerder last kunnen hebben van fruitspintmijt. Vooral in warme, droge zomers is het opletten geblazen. In beide gevallen worden er plantensappen uit de bladeren gezogen wat leidt tot bladeren met een vale kleur en minder dikke bessen. Heb je spint vastgesteld, speel dan kort op de bal en zet voldoende roofmijten uit zodat de plaag zich niet verder kan uitbreiden.
Zowel kasspint als fruitspintmijt overwinteren in eistadia op de druivelaars. Dit betekent dat de spint jaarlijks terug komt als je ze niet onder controle hebt gekregen. Had je vorig jaar spint, werk dat dit jaar preventief met kweekzakjes tegen spint.
Meer lezen over kasspint en hoe kasspint biologisch bestrijden?
Meer lezen over fruitspintmijt en hoe fruitspintmijt biologisch bestrijden?
Druivenbladgalmijt
Galmijten op druiven herken je aan de pokken die aan de bovenkant van de bladeren verschijnen terwijl aan de onderzijde witte, viltige vlekken gevormd worden. De pokken kunnen geel, rood, groen of bruinachtig zijn. De galmijten overwinteren in de knoppen van de druiven. Vanaf dat de knoppen beginnen zwellen, gaan ze beginnen zuigen.
De druivenbladgalmijt of pokkenmijt ontsiert de bladeren en kan de groei iets remmen maar meestal heb je toch nog een goede oogst.
Wat doen tegen druivenbladgalmijt?
De aantasting verschijnt reeds op de jonge blaadjes. Verwijder deze aangetaste bladeren zo snel mogelijk om uitbreiding te voorkomen.
Vanaf de knopzwelling tot de twijgen een lengte hebben van 40 cm de bladeren behandelen met spuitzwavel.
Trips op druiven
Tripsen zijn kleine, langwerpige beestjes (denk hierbij aan donderbeestjes) die met het blote oog nauwelijks worden opgemerkt. Controleer daarom regelmatig op tripsschade! Ingeval van een plaag, moet je verschillende jaren na mekaar consequent behandelen om dit insect terug kwijt te geraken. Vooral druiven in kas kunnen zwaar worden toegetakeld.
Hoe trips op druiven herkennen?
Trips bij druiven kan je het snelst opmerken aan de groeipunten die door de zuigschade zwart gaan verkleuren. Op de druivenbladeren ontstaan bleke plekken van leeggezogen plantencellen en zie je zwarte puntjes, dat zijn de uitwerpselen van de tripsen.
Bij een ernstige aantasting worden ook de steeltjes van de druiventrossen leeg gezogen. De steeltjes verkleuren bruin en belemmeren dan de sapstroom waardoor de bessen klein blijven.
Druiven worden voornamelijk getroffen door de Californische trips. Meer weten over tripsen en hoe ze bestrijden?
Hoe trips op druiven biologisch bestrijden
Biogrowi heeft verschillende roofinsecten om de tripsen te bestrijden.
Heb je aantasting van trips vastgesteld, gebruik dan een strooikoker amblyseius cucumeris roofmijten in combinatie met Orius roofwantsen.
De roofmijten eten de eitjes en de jonge larven van de trips terwijl de roofwantsen vooral de oudere larven en de volwassen tripsen eten. Dankzij deze combinatie heb je dus een bestrijding van alle tripsstadia tegelijkertijd.
Hoeveel van deze nuttige insecten je nodig hebt, is afhankelijk van de aantasting en de hoeveelheid druivelaars die je hebt. Behandel altijd al je druivelaars om te voorkomen dat je tripshaarden mist. Algemeen volstaat bij hobbygebruik een tube van 100 roofwantsen Orius omdat dit echte veelvraten zijn en een koker van 25.000 cucumeris roofmijten. Twijfel je aan de hoeveelheid die je nodig hebt, contacteer ons dan voor advies.
Heb je verschillende jaren na mekaar last van trips, gebruik dan preventief onze kweekzakjes tegen trips. In de zakjes ontwikkelt zich een kweek van roofmijten Amblyseius cucumeris. De roofmijten gaan gedurende 4 weken langzaam uit de zakjes lopen. Hang de kweekzakjes vanaf de uitgelopen druivenscheuten 50 cm lang zijn. Na 5 weken vervang je de zakjes en dit blijf je doen tot bij de oogst. Op deze manier heb je een continue instroom van nieuwe roofmijten waardoor de tripsen geen kans krijgen om tot een plaag uit te groeien.
Vooral de eerste jaren na een zware tripsaantasting is het aanbevolen om elke 5 weken nieuwe kweekzakjes te hangen. Gebruik je de kweekzakjes volledig preventief dus zonder voorafgaande tripsplaag, kan je je beperken tot 2 à 3 toepassingen per seizoen.
Wolluis op druif
Zie je op de takken, de steeltjes of de bladeren witte wollige hoopjes, dan heb je waarschijnlijk last van wolluis. De witte hoopjes zijn de eizakjes van wolluis. De wolluis zelf zijn platte, witte insectjes die doen denken aan mini pissebedden. Wolluis komt op druiven vooral voor in kasteelt.
Wil je alles weten over wolluis en hoe deze te bestrijden?
Schimmels op druiven
Er zijn verschillende schimmels die de druiven kunnen aantasten. Meeldauw is echter de meest voorkomende schimmel. In het algemeen kan je stellen dat je schimmels vermijdt door de druivelaar een juiste standplaats te geven met voldoende zon, een luchtige bodem rijk aan humus en een open structuur zodat licht en lucht de bladeren en trossen snel opdrogen.
Echte meeldauw op druiven (Oïdium)
Meeldauw is de meest voorkomende schimmel bij druiven. Zowel kasdruiven als buitendruiven kunnen er enorm last van hebben. Op de bladeren en vruchten verschijnen witte, poederachtige vlekjes die zich uitbreiden als een olievlek. Na verloop van tijd zijn de bladeren en de bessen volledig bedekt met een witte poeder. Ten gevolge van meeldauw gaan de druiven barsten.
Meeldauw ontstaat bij een hoge luchtvochtigheid en warme omstandigheden. Is de plaats waar je de druivelaar wilt zetten, niet ideaal? Kies dan voor een resistent druivenras dat minder vatbaar is voor meeldauw. Oude druivenplanten die als sierplant in pot worden aangeboden, zijn meestal erg vatbaar voor meeldauw.
Maatregelen om meeldauw bij druiven te voorkomen
- Zaai of plant geen groenten onder de druivelaar. Groenten hebben meer vocht nodig dan druiven waardoor de vochtigheidsgraad te hoog wordt en meeldauw ontstaat.
- Leg geen karton onder de druivelaars om onkruid te voorkomen. Gebruik liever stro. Als het karton nat blijft na een gietbeurt, wordt ook op deze manier de luchtvochtigheid te hoog.
- Giet druivelaars enkel als het nodig is en doe dit ’s morgens zodat de grond kan opdrogen.
- Verlucht ingeval van kasteelt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Sluit de kas ’s avonds net voor de zon ondergaat. De kas vroeg luchten is belangrijk om het opgestapelde vocht van de nacht snel te laten opdrogen. Bij heftige regenbuien wordt de kas best gesloten tot deze voorbij zijn.
- Werk preventief en besproei de bladeren vanaf het uitlopen van de knoppen tot de oogst om de 14 dagen met Oenosan. Oenosan versterkt de bladeren van binnenuit waardoor schimmels geen kans krijgen om zich te hechten. Oenosan veroorzaakt witte vlekjes op de bladeren en druiven als het opdroogt, het product bestaat uit gemicroniseerd calcietgesteente. Op zich kan dit geen kwaad. Als je dit absoluut wilt vermijden, stuif dan de bladeren met lavameel. Ook dit werkt schimmelwerend maar minder goed dan Oenosan.
- Zorg voor een open gewas. Verwijder de dieven (bladoksels) regelmatig en snoei ook het overtollige blad weg. (zie zomersnoei)
- Geef geen stikstofmeststof want dan worden de planten meer gevoelig aan meeldauw.
- Krijg je toch meeldauw, verwijder meteen alle aangetaste bladeren en druiven. Ontsmet je gereedschap en doe de aangetaste bessen in de GFT-bak.
Valse meeldauw bij druif (Plasmopara viticola)
Valse meeldauw ontstaat bij regenweer, enkel dan kunnen de schimmelsporen kiemen. Typerend zijn de gele olieachtige vlekken aan de bovenkant van het druivenblad die later bruin verkleuren. Aan de onderkant van het blad groeit een pluizige, grauwwitte schimmel. Bessen kunnen ten gevolge van valse meeldauw bruin kleuren en verdrogen.
De schimmel overwintert op afgevallen bladeren of andere resten op de grond. Vanaf 10°C bij een vochtig voorjaar kan de infectie optreden.
Alle preventieve maatregelen die werden vernoemd bij echte meeldauw gelden ook voor valse meeldauw. Extra belangrijk is dat er geen gaten zijn in je kas waardoor de regen kan binnen lekken. Op die plaatsen kan de schimmel beginnen.
Grijze schimmel of Botrytis-rot
Botrytis-rot, grijsrotting of vruchtrot kan veel fruit- en groentesoorten treffen. Bij vochtig weer dringt de schimmel de plant binnen via kleine wondjes. De aantasting kan al bij de vruchtvorming gebeuren en zich pas later uiten. Grijsrotting is herkenbaar aan de grijze schimmelpluis waarmee de vruchten worden ingepakt. Grijsrot is een gevreesde parasiet voor vele wijnboeren.
Anderzijds is deze schimmel essentieel om likeurwijnen te maken. Dit gebeurt aan de hand van een edele rotting. Grijsrot en edele rotting ontstaan uit dezelfde schimmel Botrytis cinerea. Ingeval van edele rotting groeit de schimmel niet aan de buitenzijde van de druif maar binnenin de druif zonder de schil de beschadigen. Dankzij de schimmel transformeren de rijpe, gele druiven naar ingedroogde roze-bruine druiven. Het vocht in de druif verdampt waardoor de smaak van de druif (suiker- en zuurgehalte) beïnvloed wordt.
Zwartrot bij druif (Guignardia bidwellii)
Op de bladeren verschijnen ingezonken donkerbruine vlekjes met een zwart randje. Deze vlekjes verschijnen op de jonge vruchten en bevatten de sporen waardoor de ziekte zich verspreidt. De bessen worden in een later stadium aangetast. Aanvankelijk met zwarte vlekjes op de bessen, later kleuren de bessen volledig bruin en verschrompelen ze. Bij zware infectie lijken hele takken en trossen te verbranden.
Andere problemen bij druiven
Behalve insecten of schimmels kunnen druiven ook ziektes krijgen door bepaalde gebreken in de bodem of door ongunstige weersomstandigheden.
Gebreksziektes bij druiven
Bij een tekort aan een bepaalde voedingsstof kunnen de bladeren van druiven verkleuren in een typisch patroon. De voedingsstof is meestal wel in voldoende mate in de grond aanwezig maar de planten kunnen door omstandigheden (te koud, te nat, te slechte bodemstructuur) de voedingsstoffen niet opnemen. Het heeft weinig zin om hiervoor meststoffen te strooien. Verbeter de bodemstructuur door een levende bodem te creëren. Dit is echter een proces van meerder jaren. Ingeval van ernstige problemen, kan je met enkelvoudige vloeibare meststoffen of sporenelementen de eerste nood ledigen.
Hierbij de meest typische verkleuringen:
- Ijzergebrek herken je aan witgele bladeren en groeipunten terwijl de nerven groen blijven.
- Bij fosforgebrek zie je in het voorjaar rood gekleurde bladeren aan de takken.
- Bij magnesiumgebrek kleuren de bladranden geel bij witte druiven en roodpaars bij blauwe druiven. De nerven blijven meestal groen.
- Door kaliumgebrek krijgen de bladeren een olieachtige glans. Nadien gaan de bladranden omkrullen en bruin verkleuren.
Lamsteligheid bij druiven
Lamsteligheid betekent dat de bessensteeltjes verkurken (bruin kleuren) en een deel van de bessen verdrogen. Doordat de steeltjes verdrogen, kan het sap niet meer voldoende doorstromen naar de bessen.
Lamsteligheid kan verschillende oorzaken hebben zoals te felle zon, te droge lucht, onvoldoende wateropname, onvoldoende humus in de grond, te zware bemesting of bemesting met onverteerd mest, langdurige droogte gevolgd door veel regen, wortelbeschadiging, dieven die te lang gelaten worden, te groot aantal trossen per druivelaar enz…
Heb je last van lamsteligheid, geef ’s morgens meer water zodat de luchtvochtigheid toeneemt. Verwijder de okselscheuten regelmatig. Zorg voor een betere bodemstructuur en bemest enkel met compost of wormenaarde.
Sommige rassen zijn gevoeliger aan lamsteligheid dan anderen. Frankenthal, Katharina, Riesling, Birstaler Muscat en Dornfelder zijn gevoelige rassen.
Druiven rijpen niet goed
Als druiven niet rijpen op de gepaste moment, kan dit verschillende redenen hebben:
- Te veel trossen per plant. Zeker jonge planten mogen maximum 5 tot 7 trossen hebben.
- Te weinig zon ten gevolge van een slechte standplaats of een slechte zomer.
- Hangen de druiven teveel in blad, verwijder dan het overtollige blad in de omgeving van de trossen. Let op: in een serre kan dit leiden tot zonnebrand.
- Teveel zomersnoei gedaan. Je laat normaal minimum 3 tot 5 bladeren staan na de tros.
- Vroegtijdige bladverkleuring of bladval.
Waarom barsten druiven?
Druiven die barsten is het laatste wat je wilt. Het komt echter regelmatig voor. Ook hier zijn er verschillende oorzaken mogelijk:
- Ten gevolge van echte meeldauw gaan druiven barsten. Ook al heb je de aangetaste bessen weggeknipt, dan nog zullen gezond lijkende druiven barsten.
- Barsten is vaak het gevolg van een wisselende wateropname. Droge en hete omstandigheden gevolg door veel regen, doen druiven barsten.
- Indien veel korrelmeststoffen worden gegeven, gaat de grond een te hoge zoutconcentratie krijgen. Dit leidt tot groeistilstand en vervolgens gemakkelijk tot barsten.
- Bij het krenten van de trossen kan je andere druiven beschadigen waardoor ze de daaropvolgende dagen gaan barsten.
- Druiven die te kort tegen een warme muur staan, kunnen in hete zomers open barsten ten gevolge van grote temperatuurverschillen bij dag en nacht.
- Sommige rassen zijn gevoeliger dan anderen.
Wespen op druiven
Wespen en hoornaars worden aangetrokken tot rijpende druiven. Bepaalde druivenrassen zijn gevoeliger dan anderen. En niet elk jaar is een wespenjaar. Op de 30 jaren dat ik een druivenserre had, ben ik maar één jaar werkelijk geplaagd geweest door wespen. Voor ik het wist, was er geen stoppen meer aan. We hebben nog getracht om ’s nachts druiven te plukken maar zelfs dat lukte niet. De wespen waren letterlijk dag en nacht actief!
Hoe houd je wespen bij druiven vandaan?
Belangrijk is dat de wespen geen nest bij jou in de buurt maken. Om dit te vermijden kan je een waspinator ophangen in de omgeving van je druivelaars of in je kas. Dit is een imitatie wespennest waardoor zoekende wespen zich laten afschrikken. Let wel op: Is er reeds een wespennest in je omgeving gevestigd, dan werkt de waspinator niet meer. Wespen vliegen doorgaans enkele honderden meters om voedsel te halen.
Maar de meest effectieve manier om je druiven te beschermen tegen wespen, is ze voorzien van fruithoesjes. De wespen maar ook de vogels kunnen dan niet meer bij de druiventrossen.
Zonnebrand bij druiven
Zowel de bladeren als de bessen kunnen schade ondervinden van te fel zonlicht. Dit komt vooral bij kasteelt voor. Daarom is het belangrijk om de kas te beschaduwen zodat het felle zonlicht gefilterd wordt. Tijdens de zomersnoei moet je opletten dat de trossen niet in de felle zon komen te hangen. Dus minstens 3 tot 5 bladeren laten na de tros. Waar er te weinig blad is, kan je de dieven laten staan om zo meer schaduw te bieden.
Op de bladeren tekenen zich bruine vlekken af terwijl de bessen gekenmerkt worden door ingezonken bruine plekken.