Het is zeker mogelijk om zelf lieveheersbeestjes te kweken om in de tuin uit te zetten.
Hoe ga je te werk?
Opmerking vooraf: Veel mensen zullen lieveheersbeestjes gaan zoeken in de natuur. Besef wel dat het eigenlijk wettelijk verboden is in België om lieveheersbeestjes te vangen en ze in gevangenschap te houden, ongeacht het ontwikkelingsstadium. Deze wettelijke bescherming wordt geregeld door een koninklijk besluit van 1980. In Nederland geldt deze wettelijke bescherming van lieveheersbeestjes niet.
Als je dus in Nederland lieveheersbeestjes gaat zoeken in de natuur, wees er dan zeker attent op dat je niet het Aziatische lieveheersbeestje vangt om te kweken want deze soort moet niet verder uitgebreid worden. Dus zoek zeker inheemse soorten. In België kan je beginnen door volwassen lieveheersbeestjes van Adalia Bipunctata aan te kopen.
De volwassen lieveheersbeestjes plaats je in een grote, gesloten bak met luchtgaten en zet je op kamertemperatuur maar wel uit de zon. Je voegt dagelijks voldoende voedsel toe, bladluizen op takken zijn ideaal om te voeden en ook het beste om de lieveheersbeestjes op kracht te houden. Ze moeten immers paren en eieren afleggen. Voorzie voldoende blaadjes of stukjes papier waar de adulten hun eieren op kunnen afleggen. Eenmaal je voldoende eieren hebt, kan je de volwassen lieveheersbeestjes loslaten in de natuur of ze reeds uitzetten op je aangetaste planten.
De papieren of blaadjes waar eieren van lieveheersbeestjes op aanwezig zijn, leg je terug in een keukenbakje of plastiek potje dat je na verloop van tijd ook kunt afsluiten. Bovenop het bakje doe je een natte doek (zakdoek) die je elke dag 1 tot 2 x opnieuw bevochtigt. De eitjes moeten een hoge luchtvochtigheid hebben om uit te komen, anders zullen ze verdrogen. De keuken of badkamer is daarom een ideale plek om de kweekpot te zetten. Het bakje mag niet in de volle zon gezet worden om dezelfde reden. Doe in het bakje meteen veel kleine papiersnippers. Je knipt fijne witte papieren reepjes (maximum 0.5 cm breed en 8 cm lang) die je nadien wat bij elkaar frommelt zodat er een volume ontstaat en die voeg je toe in het keukenbakje.
Als de larven uitkomen, zullen ze op de papiersnippers kruipen en zo kan je ze na verloop van tijd gemakkelijk buiten of binnen tussen de bladluiskolonies uitzetten. Op het moment dat de eerste larven, millimeter klein zichtbaar zijn, moet er voldoende voedsel (bladluis of Nutrimac) aan de kweek worden toegevoegd. Dit is een natuurlijk proces, dus verwacht niet dat alle eitjes larven zullen worden. Laat de larven niet te groot worden in het potje want dan gaan ze elkaar opeten. Dus zo vlug larven goed rondkruipen in het potje, deze eruit halen en uitzetten op de planten.
Je kan best maximum enkele larven in het potje houden om terug te verpoppen om een volwassen lieveheersbeestje te worden. Als je meer larven houdt in je bakje, gaan de grotere larven de kleine opeten. Hiermee kan je de kweek opnieuw opstarten.
Veel plezier!